Vragen van de leden Yücel en Rebel (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de dood van de Rotterdamse Yasmeen Dad (ingezonden 18 februari 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 12 maart 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de volgende berichten: «Spoorloos verdwenen na jaren van gedwongen isolement» en «Vermiste Yasmeen dood aangetroffen in Drenthe»?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de politie doet om geïsoleerde en onderdrukte vrouwen op het spoor te komen? Waren er, voordat Yasmeen als vermist werd opgegeven, signalen bij de politie dat zij onderdrukt werd? Zo ja, wat is er met deze signalen gedaan? Zo nee, vindt u het acceptabel dat een vrouw jarenlang in isolement en onderdrukking kan leven, zonder dat de politie daarvan enige weet heeft?

Antwoord 2

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft mij meegedeeld dat bij de opsporing en vervolging van huiselijk geweld en eergerelateerd geweld de Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld van het Openbaar Ministerie wordt gehanteerd. Voor zaken waarin eer (mogelijk) een rol speelt, is de methode LEC-EGG ontwikkeld die is opgenomen in de genoemde aanwijzing. Deze methode stelt politiemedewerkers in staat eergerelateerde problematiek vroegtijdig te herkennen en vervolgens professioneel te handelen. Naast de politie spelen ook andere partners in de veiligheidszorg een belangrijke rol bij het signaleren van mogelijk eergerelateerd geweld.

Voor het overige geldt dat geen mededelingen kunnen worden gedaan vanwege de belangen van opsporing en vervolging die verbonden zijn aan het strafrechtelijk onderzoek naar deze zaak. Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 3

Herkent u de signalen die de organisatie Femmes for Freedom schetst, waarin ze aangeeft dat onderdrukking van vrouwen een breder fenomeen is binnen de Pakistaanse gemeenschap in Nederland, en dat er een doofpotcultuur heerst? Zo ja, heeft u voldoende zicht op deze doofpotcultuur, en welke stappen onderneemt u om deze doofpotcultuur te doorbreken? Zo nee, wat is uw reactie op dit signaal van Femmes for Freedom, en wat is uw inschatting van de mate waarin deze problematiek binnen de Pakistaanse gemeenschap speelt? Bent u bereid dit signaal van Femmes for Freedom te onderzoeken?

Antwoord 3

Het is bekend dat in gemeenschappen zoals een deel van de Pakistaanse, het collectief belangrijker wordt gevonden dan het individu. Een op het collectief gerichte cultuur heeft positieve waarden en kanten. Mensen steunen elkaar en het grote sociale netwerk biedt bescherming en veiligheid. De gevoelde en daadwerkelijke druk van een collectieve gemeenschap kan echter groot zijn. De schaduwkanten zijn enorm als het betekent dat een individu in de knel komt. Er kan sprake zijn van isolatie, beperking van bewegingsvrijheid en ontplooiingsmogelijkheden: een extreme mate van sociale controle, soms ook

fysiek geweld. Religie, cultuur of traditie mogen nooit als excuus worden gebruikt voor het gebruiken van geweld tegen mensen, of voor het anderszins treden in de rechten en vrijheden van mensen.

Een mentaliteitsverandering moet binnen deze gesloten gemeenschappen zelf tot stand komen. Het is belangrijk dat ín de gemeenschappen een dialoog wordt gevoerd. Het Ministerie van SZW ondersteunt mensen uit alle gesloten gemeenschappen om het gesprek binnen hun eigen kring aan te gaan.

Vraag 4

Kunt u inzichtelijk maken hoe vrouwen als Yasmeen, ondanks het isolement waarin zij vast zitten, hulp krijgen? Bij welke instanties kunnen zij terecht, en welke maatregelen worden getroffen om te zorgen dat deze vrouwen – ondanks hun isolement – de weg naar een hulpinstantie weten te vinden?

Antwoord 4

Een gedwongen leven in isolement is een ernstige vorm van huiselijk geweld en vaak ook een strafbaar feit. Deze problematiek verdient actieve inzet en aandacht van gemeenten. Het is belangrijk dat professionals basale kennis hebben van signalen en het melden volgens de Meldcode van huiselijk geweld en kindermishandeling.

De gemeente Rotterdam heeft ervaring opgedaan met de aanpak van «verborgen vrouwen» in een pilot van een jaar in Delfshaven. Dit kan worden gezien als een best practice. De gemeente Rotterdam werkt samen met hulpinstellingen en getrainde professionals en sleutelpersonen van diverse culturele gemeenschapsgroepen. Deze sleutelfiguren kunnen door hun actieve rol en inzet in de wijk signalen opvangen en doorverwijzen naar de juiste instanties, met name Veilig Thuis of in acute situaties de politie.

Naar boven