Vragen van het lid Rebel (PvdA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over problemen met aangiftes met betrekking tot zedendelicten (ingezonden 13 februari 2015).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 maart 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht «Twentse zorginstellingen: misbruik van verstandelijk gehandicapte kinderen blijft vaak onbestraft|»?1

Vraag 2

Is het waar dat het vervolgen van daders van zedendelicten jegens verstandelijk gehandicapten wordt belemmerd door het feit dat de slachtoffers niet altijd goed in staat zijn bij aangiftes een goede verklaring af te leggen? Zo ja, over welke informatie beschikt u en kunt u die met de Kamer delen? Zo nee, waarom is dat niet waar?

Vraag 3

Over welke mogelijkheden beschikt de politie in het geval van geestelijk gehandicapte slachtoffers toch te komen tot een bruikbare aangifte dan wel op andere wijze bewijsmateriaal te verzamelen, bijvoorbeeld door het horen van getuigen? Wordt er van die mogelijkheden gebruik gemaakt? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Wat gebeurt er met een melding van een zedendelict dat door of namens een geestelijk gehandicapte wordt gedaan? Bestaat de mogelijkheid dat de politie dan een mogelijke verdachte aanspreekt op wat er gemeld is? Zo ja, gebeurt dit ook? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Begrijpt u de onvrede bij zorginstellingen over het niet kunnen vervolgen van daders van een zedenmisdrijf jegens geestelijk gehandicapte bewoners? Zo ja, wat kunt u doen teneinde die onvrede weg te nemen en de vervolging van de daders te verbeteren?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Rebel (PvdA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over problemen met aangiftes met betrekking tot zedendelicten (ingezonden 13 februari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven