Vragen van het lid Van ’t Wout (VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de artikelen «Persoonsgebonden bedrog», «Hoe de geldzucht het won van de idealen» en «Thomashuizen gebruiken geld voor zorg om huur te betalen» (ingezonden 10 juni 2014).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2630.

Vraag 1

Kent u de artikelen: «Persoonsgebonden bedrog», «Hoe de geldzucht het won van de idealen» en «Thomashuizen gebruiken geld voor zorg om huur te betalen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de in het artikel genoemde stelling dat vaste lasten onderdeel zijn van de bedrijfsvoering, omdat tweederde van het pand wordt gebruikt om zorg te leveren, en dat het derhalve gerechtvaardigd is dat een gedeelte van de pgb-middelen (persoongebonden budget) indirect in te zetten voor vastgoed?

Antwoord 2

De woonlasten – huur, eten, drinken, service en energie – worden door een bewoner van een Thomashuis uit zijn/haar wajong-uitkering betaald. De woonlasten zijn zodanig dat uit de uitkering geld overblijft voor zak- en kleedgeld, verzekeringen en uitstapjes.

Woonlasten kunnen niet ten laste komen van het pgb. Het pgb moet worden besteed aan zorg. Dat is het uitgangspunt. Om de rest van de vraag te beantwoorden geef ik u allereerst, net als bij de vragen die Kamerlid Leijten (SP) (610250–122634-LZ) hierover stelde, een overzicht waaraan een Thomashuis – gemiddeld genomen – het pgb-geld van de bewoners besteedt. Het overzicht is mij aangereikt door De Drie Noteboomen, de organisatie achter de Thomashuizen.

  • 75% van het pgb-geld wordt gebruikt voor salarissen van de franchisenemers (de primaire hulpverleners), salarissen van ondersteunende medewerkers en de inkoop van dagbesteding en activiteiten. Franchisenemers betalen uit hun salaris ook de huur van hun privéwoongedeelte in het pand. Dit salaris uit het pgb kunnen ze eventueel indirect inzetten voor het pand.

  • 6% gaat naar bedrijfskosten die door de franchisenemers worden gemaakt, zoals de auto, kantoorartikelen, internet en afschrijvingen.

  • 5% gaat als fee naar De Drie Noteboomen als de overhead van de Thomashuizen en wordt vooral benut voor ondersteuning van de franchisenemers op allerhande gebied en voor innovatie van hun formules.

  • 5% wordt ingezet voor reserveringen in geval langere tijd een kamer leegstaat en inkomsten worden gemist. Deze reserve uit pgb-geld kan niet worden ingezet om gederfde huur te compenseren, wel ingezet worden voor zorg.

  • Tot slot bestaat 9% van het pgb-geld uit de toeslag die bewoners van wooninitiatieven sinds 2013 krijgen opdat wooninitiatieven deze kunnen besteden aan het organiseren van zorg en gemeenschappelijke ruimtes. De Thomashuizen geven deze toeslag ook aan deze zaken uit, wat betekent dat pgb-geld gaat naar ook andere zaken dan zorg. Daarvoor is deze toeslag ook bedoeld. Ik kom daar zo nog op terug.

In de overeenkomst tussen budgethouder en franchisenemers worden de woonlasten en het pgb-geld gesplitst. Zo ook op de facturen die hieruit voortkomen. Daarmee kan de budgethouder zich verantwoorden bij het zorgkantoor. Bij vraag 3 en 4 kom ik terug of deze verantwoording alle inzicht geeft of geld correct word besteedt. De Drie Noteboomen geeft aan niet uit te sluiten dat direct of indirect wel eens pgb-geld tijdelijk aan woonlasten wordt uitgegeven. Van de claims die het Volkskrant artikel maakt is geen sprake zo geeft men aan.

De toeslag van € 4.000 per jaar per bewoner is geïntroduceerd omdat, in tegenstelling tot individuele budgethouders, wooninitiatieven extra kosten maken voor het organiseren van zorg en gemeenschappelijke ruimtes. Sinds de toeslag bestaat is er echter onduidelijkheid of deze daadwerkelijk aan deze zaken mag worden besteed. Omdat de toeslag aan het pgb wordt toegevoegd, zou het geld feitelijk aan zorg moeten worden besteed. Van diverse wooninitiatieven heb ik de vraag gehad om duidelijkheid te verschaffen over de toeslag. De toeslag moet aan het doel kunnen worden besteed waarvoor deze in het leven is geroepen. Het betekent wel dat ik de voorwaarde stel dat de € 4.000 toeslag afzonderlijk moet kunnen worden verantwoord om vermenging met rest van het pgb, dat echt alleen aan zorg kan worden besteed, te vermijden. Ik ga hierover in overleg met wooninitiatieven en zorgkantoren. Voor de duidelijkheid: de toeslag kan ook niet aan genoemde woonlasten worden uitgegeven.

Vraag 3

Is het naar uw mening voor zorgaanbieders en cliënten voldoende duidelijk waar pgb-middelen aan besteed mogen worden?

Antwoord 3

Ja. In de pgb-regeling staat vermeld waaraan het pgb kan worden uitgeven. Omdat met name de functie Begeleiding een breed begrip is, is door zorgkantoren een lijst aangelegd wat wel en niet is toegestaan. Deze lijst is op de site van elk zorgkantoor beschikbaar. Ook kunnen budgethouders of pgb-gefinancieerde zorgaanbieders en hulpverleners bij het zorgkantoor informeren als zij niet zeker zijn of een uitgave met het pgb gedaan kan worden. Per Saldo ondersteunt leden met voorlichting, cursussen en helpdesk. Wel was er meer duidelijkheid nodig over de toeslag van € 4.000 per jaar per bewoner. Deze heb ik met deze antwoorden gegeven.

Met de invoering van het trekkingsrecht per 1 januari 2015 zal de controle of een uitgave is toegestaan naar voren schuiven. Pas als een voorgenomen uitgave door het zorgkantoor is goedgekeurd, zal de Sociale Verzekeringsbank kunnen uitbetalen. Deze controle aan de voorkant geeft dan gelijk duidelijkheid waaraan het pgb mag worden besteed in plaats van dat mensen nu pas bij de verantwoording te horen krijgen dat iets niet had gemogen (en terugbetaald moet worden).

Vraag 4

Bent u van mening dat in het huidige stelsel en de voorgestelde wijzigingen daarvan voldoende waarborg aanwezig is om te garanderen dat middelen die via het pgb beschikbaar worden gesteld ook daadwerkelijk aan zorg worden besteed?

Vraag 5

Kunt u aangeven of het binnen de huidige systematiek en voorgestelde wijzigingen daarvan voldoende mogelijk is om te controleren dat pgb middelen ook volgends de regels worden besteed?

Antwoord 4 en 5

Zoals net omschreven, zal het Trekkingsrecht ook weer een bijdrage leveren aan het goed besteden van het pgb doordat aan de voorkant op basis van gekeurde zorgovereenkomsten en zorgbeschrijvingen helder moet worden waaraan het pgb wordt besteed. Tegelijkertijd is het op basis van papier lastig na te gaan of het geld daadwerkelijk is besteed zoals in de zorgovereenkomst beschreven. Dat vraagt om steekproefgewijze controle en voorzetting van de huisbezoeken in één of andere vorm. Hoe dat na de introductie van het Trekkingsrecht moet worden vormgegeven zal ik met zorgkantoren en andere betrokken partijen verder verkennen.

Bij wooninitiatieven speelt voorts mee dat de bewoners gelijktijdig (van) dezelfde (personen) zorg ontvangen en van dezelfde faciliteiten gebruik maken. Ook kan het zijn dat de ene persoon vanwege een budgetgarantie uit het verleden meer pgb te besteden heeft dan een persoon met dezelfde zorgvraag die recent een pgb heeft gekregen op basis van de huidige tarieven. Dat maakt het lastig om exact te weten welke zorg en faciliteit nu tot wiens pgb is te herleiden. Ik ga in overleg met wooninitiatieven, zorgkantoren en Per Saldo om te bezien hoe gezorgd kan worden voor heldere specifiekere verantwoording over het individuele en/of totale pgb-geld en aldus de toeslag van € 4.000 in het bijzonder. Ook omdat in kader van Trekkingsrecht verdere afspraken moeten worden gemaakt over zorgovereenkomsten en zorgbeschrijvingen die door budgethouders moeten worden overlegd bij het zorgkantoor voordat betalingen kunnen worden gedaan aan het Thomashuis.


X Noot
1

De Volkskrant van 31 mei 2014

Naar boven