Vragen van de leden Oskam en Omtzigt (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Financiën over het arrest van de Hoge Raad dat de Staatsloterij kopers van staatsloten in de periode 2000–2008 zou hebben misleid (ingezonden 5 februari 2015).

Mededeling van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Financiën (ontvangen 4 maart 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het arrest van de Hoge Raad ten aanzien van het cassatieberoep dat de Staatsloterij had ingesteld tegen de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 28 mei 2013?1

Vraag 2

Kunt u een overzicht geven van de jaarlijkse inkomsten van de Staatsloterij in de periode 2000–2008, alsmede de daaraan gekoppelde bedragen die zijn afgedragen aan de staat?

Vraag 3

Zijn er in de betreffende periode meldingen bij u gemaakt van mogelijke misleiding in de wijze waarop de Staatsloterij en Intralot de trekkingen hebben georganiseerd en/of hun reclame-uitingen hebben vormgegeven?

Vraag 4

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van het onderzoek dat de Kansspelautoriteit uitvoert naar de Staatsloterij en Intralot? Op welke datum is het onderzoek aangevangen, zijn er mogelijk al tussenbevindingen en wanneer wordt het onderzoek naar verwachting afgerond?

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven van het aantal keer dat Intralot in het verleden is veroordeeld wegens fraude en onregelmatigheden in de geleverde software en daarbij tevens aangeven in welke landen deze veroordelingen zijn uitgesproken?

Vraag 6

Kunt u aangeven op welke wijze de Staatsloterij de trekkingen heeft aangepast in 2008? Is er nadien nog melding gemaakt van mogelijke misleiding in de wijze waarop de Staatsloterij en Intralot de trekkingen hebben georganiseerd?

Vraag 7

Welke gevolgen heeft het eerder genoemde arrest van de Hoge Raad voor de wijze waarop overige loterijen hun trekkingen in het verleden hebben georganiseerd of op dit moment organiseren?

Vraag 8

Bent u van mening dat de Wet op de Kansspelen aangepast dient te worden naar aanleiding van dit arrest?

Vraag 9

Kunt u op basis van de informatie van Stichting Loterijverlies dat 23.000 deelnemers het inleggeld gaan terugvorderen een schatting maken van het totale bedrag dat mogelijk aan schadevergoeding gevorderd en terugbetaald moet worden?

Vraag 10

Wat zijn de gevolgen voor de staatskas wanneer schadevergoedingen moeten worden uitgekeerd aan deelnemers uit de betreffende periode?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Financiën, dat de schriftelijke vragen van de leden Oskam en Omtzigt (beiden CDA) over het arrest van de Hoge Raad dat de Staatsloterij kopers van staatsloten in de periode 2000–2008 zou hebben misleid (ingezonden 5 februari 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Staatsloterij/Loterijverlies, HR 30 januari 2015, zaaknummer 13/04238

Naar boven