Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de mogelijke overplaatsing van een Belgische lustmoordenaar en verkrachter naar Nederland (ingezonden 7 januari 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 27 februari 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1140

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Vrees voor tbs-invasie»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat u gesprekken hebt gevoerd met de Belgische Minister van Justitie over de overplaatsing van lustmoordenaar en verkrachter Van Den Bleeken naar een longstay-afdeling van een Nederlandse tbs-kliniek? Zo ja, wat is er besproken?

Antwoord 2

Ja. De Belgische Minister van Justitie heeft mij laten weten Nederland een verzoek te doen om een Belgische geïnterneerde voor de duur van enkele maanden te verplegen en behandelen in een Nederlands forensisch-psychiatrisch centrum (FPC).

Vraag 3

Kunt u aangeven waarom u überhaupt gesprekken voert over een mogelijke overplaatsing naar ons land, om daarmee het leed van een (nota bene Belgische) veroordeelde te verzachten?

Antwoord 3

Dat doe ik omdat een collega-minister uit een naburig land contact met mij heeft opgenomen over deze kwestie.

Vraag 4

Wat is de reden dat u meer waarde hecht aan het welzijn van de crimineel dan aan het rechtvaardigheidsgevoel van zowel de nabestaanden als de maatschappij?

Antwoord 4

Zoals ik heb geantwoord op vraag 3, buig ik mij over deze kwestie op verzoek van een collega-minister van een naburig land.

Vraag 5

Begrijpt u dat heel veel mensen in Nederland van mening zijn dat een buitenlandse lustmoordenaar en verkrachter niet opgevangen dient te worden in Nederland, maar zijn terechte levenslange gevangenisstraf uit dient te zitten in het land van herkomst?

Antwoord 5

De veroordeelde in kwestie zit niet in detentie maar is geïnterneerd. Vanwege zijn psychische stoornis kan het bewezen verklaarde hem niet of niet geheel worden aangerekend. Internering in België is enigszins te vergelijken met de terbeschikkingstellingsmaatregel in Nederland.

Overigens staat, zoals ik uw Kamer ook reeds heb laten weten in het AO tbs op 4 februari jl., nog niet vast dat betrokkene daadwerkelijk naar Nederland wordt overgebracht. Thans bevindt betrokkene zich in observatie in België.

Voor de goede orde voeg ik daaraan toe dat, bij een eventuele daadwerkelijke overbrenging van betrokkene naar een FPC in Nederland, verlof in enige vorm niet aan de orde zal zijn. Bovendien gaat het hier niet om een definitieve, maar om een tijdelijke overdracht: betrokkene zal na behandeling op enig moment weer worden teruggebracht naar België.

Vraag 6

Bent u bereid uw Belgische collega kenbaar te maken dat u per definitie afziet van de overplaatsing? Zo neen, waarom niet? In hoeverre schept u, wanneer Van den Bleeken naar Nederland wordt overgeplaatst, een precedent voor andere gevallen?

Antwoord 6

Nee. Het verheugt mij dat de uitstekende prestaties van de forensische zorgsector in Nederland ook buiten onze landsgrenzen worden opgemerkt. Een verzoek van een collega-minister uit een naburig land waarmee wij goede betrekkingen onderhouden, verdient bovendien per definitie serieuze overweging.

Van de gesuggereerde precedentwerking van dit concrete verzoek is voorts geen sprake. Dit is een exceptionele kwestie, op basis waarvan geen structurele toestroom van forensische-zorgpatiënten uit het buitenland valt te verwachten.

Naar boven