Vragen van het lid Oosenbrug (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een politieke reactie op het privacybeleid van Facebook (ingezonden 9 februari 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 24 februari 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de reactie van uw Belgische collega Tommelein op de nieuwe gebruikersvoorwaarden van Facebook en het daarop volgende verzoek van Facebook voor een gesprek?1 Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere Kamervragen over het privacybeleid van Facebook van 23 december 2014?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van uw Belgische collega dat politieke stellingname de toezichthouders op privacy kan steunen in hun werk, met name waar het grote multinationals betreft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is uw mening over de nieuwe gebruiksvoorwaarden van Facebook?

Antwoord 2

De wetgever heeft het toezicht op de naleving en de handhaving van de Wet bescherming persoonsgegevens opgedragen aan een onafhankelijk orgaan, het College bescherming persoonsgegevens (CBP). De onafhankelijke positie van het CBP moet worden gerespecteerd. Daarbij past het dat leden van de regering grote terughoudendheid betrachten met het doen van uitspraken over de privacyvoorwaarden die bedrijven of instellingen, van welke aard en omvang dan ook, hanteren. Een oordeel over de privacyvoorwaarden van Facebook moet ik dan ook aan het CBP laten.

Vraag 3

Bent u ook van mening dat de Europese landen samen moeten optrekken in de verdediging van privacy, in het bijzonder als het gaat om grote buitenlandse bedrijven? Zo ja, hoe gebeurt dit en wat is de rol van de regering daarin? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik zie zeker ruimte voor het gezamenlijk verdedigen van het recht op bescherming van persoonsgegevens door Europese landen. Nederland doet daar op actieve wijze aan mee, in de Europese Unie en in de Raad van Europa. Uw Kamer wordt driemaandelijks op gedetailleerde wijze op de hoogte gehouden van de wijze waarop Nederland zich in deze internationale organisaties sterk maakt voor gegevensbescherming.

Vraag 4

Heeft u ook zorgen over het privacybeleid van Facebook, die u graag in een persoonlijk gesprek zou willen uiten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om een gesprek te organiseren?

Antwoord 4

Het CBP onderzoekt welke gevolgen de nieuwe voorwaarden hebben voor de privacy van Facebook-gebruikers in Nederland. Zoals ik in de beantwoording op eerdere Kamervragen3 reeds heb aangegeven, zal ik dit onderzoek afwachten. De vraag hoe de positie van Nederland ten aanzien van Facebook zich verhoudt tot die van andere landen, zal eerst dan kunnen worden beantwoord. Ik acht het niet juist om het onderzoek van het CBP te doorkruisen door zelf in contact te treden met Facebook.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 926

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, Aanhangsel Handelingen, nrs. 926, 1107 en 1251

Naar boven