Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken over het door de Nederlandse Kamer van Koophandel georganiseerde seminar over buitenlandse uitzendkrachten (ingezonden 18 november 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de Minister van Economische Zaken (ontvangen 20 februari 2015).

Vraag 1

Is u bekend dat de Kamer van Koophandel (KvK) in samenwerking met diverse ambassades een seminar organiseert voor land- en tuinbouwbedrijven over het naar Nederland halen van goedkope buitenlandse uitzendkrachten?1

Antwoord 1

Het genoemde seminar werd niet georganiseerd de Nederlandse Kamer van Koophandel, maar door «The Netherlands Chamber of Commerce in The Slovak Republic», de private bilaterale Nederlandse Kamer van Koophandel in Slowakije. Deze organisatie heeft als doel bevorderen van commerciële en andere relaties tussen de twee landen.

Vraag 2

Staat de KvK borg voor de kwaliteit en het bonafide karakter van de aanbieders van buitenlandse uitzendkrachten? Zo ja, hoe controleert men de kwaliteit en het bonafide karakter van deze aanbieders?

Antwoord 2

De Nederlandse Kamer van Koophandel heeft geen wettelijke rol in het toetsen van het karakter of de activiteiten van dergelijke organisaties. In Nederland kan iedereen in het Handelsregister nagaan of een ondernemer is ingeschreven om zaken te mogen doen. Zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven is hier echter geen sprake geweest van een activiteit van de Nederlandse KvK.

Vraag 3

Kunt u aangeven of de KvK ook dergelijke seminars organiseert over Nederlandse werknemers?

Antwoord 3

De Nederlandse Kamer van Koophandel organiseert geen seminars over Nederlandse werknemers. Via het digitaal Ondernemersplein wordt wel informatie aan ondernemers verstrekt over het werklandbeginsel.

Vraag 4

Draagt de KvK enige aansprakelijkheid als sprake blijkt van bijvoorbeeld onderbetaling? Zo nee, in hoeverre vindt u dat dit wel het geval zou moeten?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 1

Vraag 5

Bent u het ermee eens dat het niet wenselijk is dat het zo goedkoop mogelijk uitbesteden van werk het enige doel van dit seminar lijkt te zijn, omdat dit leidt tot een «race to the bottom» en het risico van uitbuiting, verdringing en oneerlijke concurrentie in zich draagt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Zoals bekend is Nederland binnen de EU één van de pleitbezorgers van het «werklandbeginsel» om «social dumping» te voorkomen. Het werklandbeginsel wil zeggen dat werknemers uit andere lidstaten die in ons land komen werken, recht hebben op hetzelfde loon als hun Nederlandse collega’s. Hiervoor wil het kabinet het werklandbeginsel beter tot uitdrukking laten komen in de Europese regelgeving. Dit principe is al ten dele terug te vinden in de detacheringsrichtlijn, waarin is bepaald dat werknemers die hier gedetacheerd zijn recht hebben op de» harde kern« van de Nederlandse arbeidsvoorwaarden. Desondanks blijven aanzienlijke loonverschillen mogelijk. De Nederlandse inspanningen zijn er onder meer op gericht om deze verschillen te verkleinen.

In lijn met de Nederlandse opvattingen op dit punt heeft de voorzitter van de nieuwe Europese Commissie in een «mission letter» de nieuwe Eurocommissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit verzocht om een «targeted review» van de detacheringsrichtlijn.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het ronduit schandalig is dat de Nederlandse KvK een seminar organiseert dat wordt gepromoot met teksten als «Gratis personeel uit Slowakije» en «Er worden 10 uitzendkrachten verloot door een van de sprekers tijdens het seminar»?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 1. De Nederlandse Kamer van Koophandel was niet betrokken bij het seminar en heeft zich direct van de uitspraken gedistantieerd.

Vraag 7

Hoe verhoudt het organiseren van dit seminar door de KvK zich tot de aanpak van schijnconstructies en de aangekondigde Wet Aanpak Schijnconstructies?

Antwoord 7

Zie het antwoord op vraag 1.

Naar boven