Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de sluiting van een theologische hogeschool in Jakarta (ingezonden 23 januari 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 februari 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Panden Setia in Jakarta verzegeld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op de sluiting van de hogeschool die vorig jaar ook al tijdelijk werd gesloten?

Kunt u aangeven waarom de theologische hogeschool de afgelopen jaren herhaaldelijk is tegengewerkt en nu dus wederom is gesloten? Is er vanuit de Nederlandse ambassade contact geweest met de schoolleiding om, zo mogelijk, te bemiddelen in dit conflict? Welke contacten zijn er geweest met de Indonesische autoriteiten om de school zo snel mogelijk weer open te krijgen?

Antwoord 2 en 3

De Nederlandse ambassade in Jakarta heeft naar aanleiding van de berichtgeving navraag gedaan bij de hogeschool en heeft tevens het Setara Institute – een NGO die incidenten jegens religieuze minderheden in kaart brengt – verzocht ter plaatse onderzoek te verrichten naar het conflict.

Uit deze contacten is gebleken dat, in tegenstelling tot de berichtgeving, het onderwijs op de hogeschool nog altijd doorgang vindt. Wel heeft de gemeenteraad van Tangerang de hogeschool op 17 januari jl. laten weten dat zij uiterlijk 17 maart 2015 naar een andere locatie dient te verhuizen, daar de school niet over de vereiste vergunningen beschikt. In 2014 liet de gemeente de school al weten dat de school niet in het bestemmingsplan zou passen.

De leiding van de hogeschool is zich ervan bewust dat de school niet over de vereiste vergunning beschikt. Na aankoop van het complex in 2010 verwachtte de schoolleiding de benodigde vergunning voor het geven van onderwijs te zullen verkrijgen op basis van verwachtingen die gewekt zouden zijn door de voormalige burgemeester van Tangerang. Medio 2014 zijn verschillende leden van de stichting die het beheer voert over de school na interne onenigheid opgestapt. Naar verluidt zouden deze leden nu de gemeenteraad ertoe hebben bewogen de school te sommeren haar huidige locatie te verlaten. Vooruitlopend hierop is op 17 januari 2015 het hoofdgebouw van de hogeschool door de gemeente verzegeld, terwijl het onderwijs in andere gebouwen doorgaat. Volgens een woordvoerder van de school is de school bereid te verhuizen, maar heeft men de gemeente om meer tijd gevraagd voor het vinden van een alternatieve locatie.

Vraag 4 en 5

Wat zegt deze ontwikkeling over de bescherming van de godsdienstvrijheid in Indonesië?

Heeft u deze meest recente bedreiging van de godsdienstvrijheid in Indonesië veroordeeld? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?

Antwoord 4 en 5

Op basis van bovengenoemde informatie lijkt in dit geval sprake te zijn van een niet-religieus gemotiveerd geschil tussen de school en de lokale autoriteiten.

Nederland vraagt regelmatig en op verschillende niveaus bij de Indonesische autoriteiten aandacht voor de positie van religieuze minderheden, en ondersteunt daarnaast een programma van The Asia Foundation dat zich richt op het versterken van godsdienstvrijheid en religieuze pluriformiteit. Het onderwerp is tevens besproken tijdens de EU-Indonesië mensenrechtendialoog die 12 november 2014 in Jakarta plaatsvond.

President Joko Widodo heeft in zijn verkiezingscampagne aangegeven religieuze intolerantie tegen te zullen gaan. De Indonesische Minister voor Religieuze Zaken, Lukman Hakim Saifuddin en de Minister voor Binnenlandse Zaken, Tjaho Kumolo, hebben in november 2014 een wetsvoorstel aangekondigd dat beoogt religieuze minderheden effectiever te beschermen. Het kabinet acht dit een bemoedigende ontwikkeling.

Vraag 6

Welke gevolgen heeft de sluiting van de hogeschool voor de relatie tussen Nederland en Indonesië, die na de executie van een Nederlands onderdaan toch al onder druk staat?

Antwoord 6

Geen, zie het antwoord op vraag 4 en 5.


X Noot
1

Nederlands Dagblad, 20 januari 2015

Naar boven