Vragen de leden Bosma en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over censuur bij stripmuseum (ingezonden 23 januari 2015).

Antwoord van Minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 februari 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Plan voor cartoon Charlie Hebdo valt verkeerd»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het de taak van een gemeenteraad zich te bemoeien met de inhoud van tentoonstellingen in plaatselijke musea?

Antwoord 2

De overheid heeft zich niet te bemoeien met de inhoudelijke, artistieke programmering van een culturele instelling. De bemoeienis van de overheid beperkt zich tot het creëren van randvoorwaarden waarbinnen artistieke, culturele expressie mogelijk wordt gemaakt, bijvoorbeeld door subsidie te verlenen aan culturele instellingen. Pas wanneer de openbare orde en veiligheid in het geding zijn, kan er een reden voor de overheid zijn om op de inhoud in te grijpen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat cartoons van Charlie Hebdo, voor miljoenen mensen een symbool van de vrijheid van meningsuiting, vrijelijk te zien moeten zijn, ongeacht de mogelijke gevoelens van gekwetstheid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Een belangrijke functie van kunst is om de samenleving een spiegel voor te houden: kunstenaars en culturele instellingen bieden een platform voor reflectie en dialoog en zijn daarmee belangrijke steunpilaren voor de vrijheid van meningsuiting. Reflectie en dialoog zijn immers alleen mogelijk als er respect is – voor elkaars opvattingen en elkaars gevoelens.

Vraag 4

Bent u in staat te verhinderen dat de intolerante verlangens van GroenLinks gerealiseerd worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht. Het is dus niet alleen je eigen vrijheid van meningsuiting die het verdedigen waard is; ook de opvattingen waar je het niet mee eens bent, verdienen bescherming. Ik zie dan ook geen aanleiding om partij te kiezen in het debat dat in Dordrecht wordt gevoerd.

Naar boven