Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voortgaande misstanden bij moskee-internaten (ingezonden 10 december 2014).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 4 februari 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 915

Vraag 1

Kent u het bericht «Moskee-internaten voldoen nog steeds niet aan eisen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de drie Turkse moskee-internaten in Rotterdam nog steeds niet voldoen aan de landelijk gestelde eisen?

Antwoord 2

In juli 2013 is een convenant gesloten tussen de gemeente Rotterdam en de drie internaten die in Rotterdam gevestigd zijn. In het convenant is afgesproken dat de internaten zich houden aan het landelijk vastgestelde kwaliteitskader voor privaat gefinancierde internaten. Uit de brief die het College van de gemeente Rotterdam op 8 december 2014 (kenmerk: 124MO19216 – 14bb007263) naar de gemeenteraad heeft gestuurd blijkt dat de drie in Rotterdam gevestigde internaten nog niet voldoen aan alle eisen uit het landelijke kwaliteitskader. In dit kader is onder meer afgesproken dat alle gemeenten en internaten die meedoen aan het vrijwillig toezicht in 2014 een 0-meting zouden uitvoeren, waaronder de drie internaten in Rotterdam. Deze 0-meting had tot doel om per locatie/per internaat te inventariseren welke stappen nodig zijn om tot volwaardige operationalisering van het kwaliteitskader te komen. Uit de bovengenoemde brief blijkt ook dat de internaten in Rotterdam hebben aangegeven te werken aan kwaliteitsverbetering.

Vraag 3

Kunt u aangeven in hoeverre andere moskee-internaten in Nederland voldoen aan de landelijk gestelde eisen? Kunt u dit gespecificeerd aangeven voor elk moskee-internaat afzonderlijk?

Antwoord 3

In 2014 heeft in de meeste gemeenten waar een of meer internaten zijn gevestigd, een 0-meting plaatsgevonden door de GGD. De 0-metingen zijn uitgevoerd op basis van de afspraken die op vrijwillige basis zijn gemaakt tussen rijk, gemeenten en internaten, waaronder internaten met een Turks-Nederlandse signatuur. Met de vertegenwoordigers van privaatgefinancierde internaten is afgesproken dat zij de adviezen van de GGD ter hand nemen en verbeteringen doorvoeren, waarna in 2015 in opdracht van gemeenten een eerste inspectie zal plaats vinden. De gezamenlijke ambitie is dat zij dan voldoen aan de afspraken. Het is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten om te beoordelen of individuele internaten voldoen aan de gestelde eisen.

Vraag 4

Bent u bereid de genoemde moskee-internaten te sluiten en/of de gemeente hiertoe aan te sporen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Nee. Sluiting van een rechtspersoon is alleen mogelijk als dit voor de openbare orde noodzakelijk is, onder de voorwaarden gesteld in artikel 2:20, eerste lid, BW. Het sluiten van een gebouw als zodanig is mogelijk als er sprake is van niet-naleving van brand- en veiligheidsvoorschriften of van drugshandel. Dat is in casu niet het geval.

Vraag 5

Ziet u in dat het bestaan van moskee-internaten überhaupt, zeker met het oog op de structurele misstanden, haaks staat op het concept integratie? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke wijze gaat u dit probleem nu eindelijk aanpakken?

Antwoord 5

Het bestaan van de Turks-Nederlandse internaten en het verblijf van kinderen in dergelijke internaten op zichzelf zie ik niet als probleem. Het gaat mij erom dat kinderen niet opgroeien met hun rug naar de Nederlandse samenleving. Om die reden heb ik samen met de Staatssecretaris van VWS het wetsvoorstel Wet op de jeugdverblijven voorbereid. Dit wetsvoorstel introduceert een bevoegdheid voor gemeenten om enige vorm van toezicht te houden op alle privaat gefinancierde internaten. Het wetsvoorstel is op 14 oktober 2014 aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk 34 053, nr. 1).

Naar boven