Vragen van het lid Albert de Vries (PvdA) aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over de gevolgen van eenvoudiger bouwregels (ingezonden 21 januari 2015).

Antwoord van Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) (ontvangen 3 februari 2015)

Vraag 1

Kent u het bericht: «Te huur: woning zonder uitzicht?»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het door de vereenvoudiging van de bouwregels waarmee er voor uitbouw van woningen in de eigen tuin van ten hoogste 2,5 meter diep en maximaal 50% van de tuinoppervlakte geen vergunning meer nodig is, ook de mogelijkheid geschapen om bestaande bouwwerken die niet tot het hoofdverblijf behoren, dienovereenkomstig vergunningsvrij te mogen uitbouwen? Zo nee, kunt u aangeven op basis van welke regels het wel mogelijk is om dergelijke bijgebouwen in deze mate vergunningsvrij te mogen uitbouwen?

Antwoord 2

De regeling voor bouwvergunningsvrij bouwen staat reeds sinds 2003 uitbreiding toe van een bestaand bij een hoofdgebouw behorend bouwwerk. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het vergroten van een tuinschuurtje in de achtertuin van een woning. Bij die uitbreiding moeten de in de regeling opgenomen randvoorwaarden in acht worden genomen. Die randvoorwaarden betreffen onder meer de toegestane maximale hoogte en oppervlakte van dergelijke bouwwerken. Deze regels staan in het Besluit omgevingsrecht.

Zie ook het informatieblad dat hiervoor is gemaakt http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bouwregelgeving/documenten-en-publicaties/brochures/2014/12/03/bij-een-hoofdgebouw-behorende-bouwwerken.html.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het ongewenst is om woongelegenheden te realiseren zonder ramen? Kunt u toelichten wat de wettelijke eisen zijn aan lichttoetreding in woongelegenheden?

Antwoord 3

Uit het Bouwbesluit 2012 vloeit de eis voort dat in een woonfunctie altijd daglicht moet kunnen toetreden. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt, ook met dakramen en hoge ramen waar men niet door naar buiten kan kijken.

Vraag 4

Welke rol ziet u in de toekomst voor de brandweer of het bouw- en woningtoezicht weggelegd om bij dergelijke – al dan niet vergunningsvrije – bouwprojecten de constructieve- en brandveiligheid te waarborgen?

Antwoord 4

De rol van brandweer of het bouw- en woningtoezicht zal bij dergelijke bouwprojecten die vergunningvrij zijn niet veranderen. De bouwer en de eigenaar moeten ook zorgen dat vergunningsvrije bouwprojecten voldoen aan het Bouwbesluit 2012, waaronder de voorschriften voor constructieve veiligheid en brandveiligheid. Bouw- en woningtoezicht houdt toezicht op de naleving en handhaaft als wordt geconstateerd dat er in strijd met het Bouwbesluit 2012 is gebouwd.

De rol ten aanzien van vergunningplichtige bouwwerken kan wel veranderen bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging. Ik heb daarover een wetsvoorstel in voorbereiding. De brandweer blijft in de wetsvoorstel adviseur van de gemeente en zal ook betrokken worden bij inrichting van de toelatingsorganisatie ten aanzien van brandveiligheid. Bij vergunningverlening toetst de gemeente of van een geschikt instrument gebruik wordt gemaakt en of het instrument wordt toegepast door een kwaliteitsborger. Tijdens de bouw kijkt de gemeente of aan de omgevingsvergunning wordt voldaan en de kwaliteitsborger verklaart of er naar zijn oordeel wordt voldaan aan de bouwvoorschriften. Wel kan de gemeente ook tijdens de bouw ingrijpen als blijkt dat er gevaar ontstaat voor de veiligheid of gezondheid. De rol van de gemeente (bouw- en woningtoezicht) verandert niet ten aanzien van bestaande bouwwerken. In het wetvoorstel zal uitgebreider ingegaan worden op de rollen van beide partijen in het nieuwe stelsel. Ik hoop het wetsvoorstel voor de zomer van 2015 aan uw Kamer aan te bieden.

Naar boven