Vragen van het lid Dikkers (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport over het bericht van Foodwatch over de lijst van producten die mogelijk paardenvlees
bevatten (ingezonden 15 december 2014).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 3 februari 2015) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1016
Vraag 1
Hoe is de aansturing van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) door ministeries
formeel geregeld?1
Antwoord 1
De NVWA is een agentschap, dat als zelfstandig dienstonderdeel onder het Ministerie
van Economische Zaken (EZ) valt. Het Ministerie van EZ is het moederdepartement. Het
Ministerie van EZ en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn
beide afzonderlijk opdrachtgever van de NVWA voor de eigen beleidsterreinen. De wijze
waarop deze opdrachtverlening plaatsvindt, inclusief afspraken over de onderlinge
samenwerking en planning en verantwoording, is vastgelegd in raamovereenkomsten tussen
de eigenaar en de NVWA, en de opdrachtgevers en de NVWA.
Vraag 2
Wie is verantwoordelijk voor het al dan niet openbaar maken van gegevens?
Antwoord 2
Het bestuursorgaan dat de informatie onder zich heeft, is verantwoordelijk voor de
openbaarmaking ervan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Het feit dat de NVWA onderdeel is van het Ministerie van EZ, brengt mee dat de Staatssecretaris
van EZ verantwoordelijk is voor het al dan niet openbaar maken van inspectiegegevens
van de NVWA in het kader van de Wob. In geval de informatieverstrekking betrekking
heeft op het beleidsterrein van VWS, gebeurt de openbaarmaking in afstemming met het
Ministerie van VWS.
Vraag 3 en 4
Op basis van welke argumenten is op 14 augustus 2014 in een bezwaarprocedure besloten
dat openbaarmaking van de namen van de bedrijven die producten hebben afgenomen, met
daarin vlees van het bedrijf Selten een onevenredige benadeling zou zijn voor deze
bedrijven?
Is er bij het besluit om de namen van de bedrijven niet bekend te maken rekening gehouden
met de gevolgen die dit voor burgers kan hebben, die hierdoor geen volledig geïnformeerde
keuzes omtrent voeding hebben kunnen maken? Zo ja, hoe is hier rekening mee gehouden?
Antwoord 3 en 4
In het genomen besluit van 14 augustus 2014 op het bezwaarschrift van Foodwatch is
geoordeeld dat openbaarmaking van de gegevens van bedrijven die betrokken waren bij
de recall van het vlees van het bedrijf Selten een onevenredige benadeling van deze
bedrijven zou betekenen. Het feit dat een bedrijf betrokken was bij een recall betekende
immers niet dat het bedrijf en de betrokken personen onrechtmatig gehandeld hebben.
Publicatie van deze gegevens zou ertoe kunnen leiden dat deze bedrijven en personen
reputatieschade zouden kunnen ondervinden. Daarom is ervoor gekozen om op basis van
artikel 7 van de Wob, eerste lid, aanhef, en onder c, de gegevens te verstrekken in
de vorm van een uittreksel of samenvatting, dat wil zeggen zonder de merk- en producentennamen.
Bij dit besluit zijn eventuele gevolgen voor de informatiebehoefte van burgers meegewogen.
Tegen dit besluit loopt momenteel een beroepszaak.
Vraag 5
In hoeverre kan de NVWA zelf keuzes maken over het wel of niet openbaar maken van
de gegevens waar Foodwatch om vroeg?
Antwoord 5
Inzake het openbaar maken van informatie op basis van Wob-verzoeken is de NVWA, net
als ieder onderdeel van de rijksdienst, gebonden aan de wettelijke voorschriften inzake
de Wob en aan het rijksbeleid in deze.
Met inachtneming van de bepalingen uit de Hygiëneverordeningen, Warenwet, Wob en privacyregelgeving,
vindt een belangenafweging plaats over de openbaarmaking van de specifieke inspectiegegevens
met daarbij vermeld de naam van de ondernemer. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Op basis van welke wetsartikelen kan er bezwaar worden gemaakt tegen een WOB-verzoek
aan de NVWA over het openbaar maken van de namen van de bedrijven die vlees hebben
afgenomen van Selten, alsmede soortgelijke gevallen in de toekomst?
Antwoord 6
Een belanghebbende kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift
indienen tegen een besluit op basis van de Wob.
Wanneer in een besluit op basis van de Wob, informatie wordt geweigerd met als weigeringsgrond
bepalingen in de artikelen 10 en 11 van de Wob, kan door degene die bezwaar maakt
de (onjuiste) toepassing van deze artikelen worden aangevoerd.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 741