Vragen van het lid Ten Broeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Syrië bezig is met de ontwikkeling van kernwapens (ingezonden 13 januari 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie (ontvangen 30 januari 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat nieuwe inlichtingen suggereren dat Syrië, sinds 1969 ondertekenaar van het non-proliferatieverdrag, bezig is met de ontwikkeling van kernwapens?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe waarschijnlijk is het dat Syrië deze kerninstallatie met hulp van Hezbollah, Noord-Korea en Iran ontwikkelt?

Antwoord 2

Het IAEA concludeerde in 2011 dat het vernietigde gebouw in Dair Alzour waarschijnlijk een kernreactor is geweest die niet voor elektriciteitsproductie was uitgerust en bovendien bij het agentschap gedeclareerd had moeten worden. Voorts beschikte het IAEA over informatie dat deze reactor destijds met Noord-Koreaanse steun was gebouwd.

Het IAEA kan vanwege de veiligheidssituatie op dit moment geen aanvullend onderzoek op enige locatie in Syrië doen en het land heeft het IAEA ondanks herhaalde verzoeken niet geantwoord op vragen om informatie.

Vraag 3

Kunt u berichten bevestigen dat de ondergrondse locatie, waar ongeveer 8.000 splijtstofstaven zouden zijn opgeslagen, gelegen is ten westen van de stad Qusayr, nog geen twee kilometer van de grens met Libanon? Hoe waarschijnlijk is het dat deze stad in handen valt van extremistische rebellen?

Antwoord 3

Het kabinet kan deze berichten niet bevestigen. Ook het IAEA heeft hierover geen informatie aan de lidstaten gegeven.

Op dit moment is het niet waarschijnlijk dat Qusayr in handen valt van extremistische rebellen. Qusayr maakt deel uit van het gebied waar het Syrische regime dominant is en de stad is belangrijk voor het regime vanwege de ligging langs de strategische verbinding van Damascus met de havenstad Tartus.

Vraag 4

Deelt u de mening dat het belang van zelfstandige informatievergaring aangaande verdenkingen van massavernietigingswapens opnieuw werd onderstreept na de verdenkingen richting Irak in 2003? Kunt u aangeven of de Nederlandse inlichtingendiensten voldoende capaciteit hebben om deze berichten ten aanzien van Syrië zelfstandig te onderzoeken?

Antwoord 4

Het kabinet hecht aan een zelfstandige inlichtingenpositie ten aanzien van de ontwikkeling en verspreiding van massavernietigingswapens. Over de capaciteit van de inlichtingendiensten kan het kabinet in het openbaar geen mededelingen doen.

Naar boven