Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het massale vandalisme in Utrecht tijdens de jaarwisseling (ingezonden 5 januari 2015).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 januari 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Relschoppers oud en nieuw voelen zich onaantastbaar»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Deelt u de analyse dat een gemeentebestuur dat spreekt over een «redelijk rustige nacht» terwijl er meer dan 30 auto’s zijn afgebrand, de ramen van verschillende auto's zijn ingeslagen, hulpverleners zijn bestookt met vuurwerk en zelfs de Mobiele Eenheid is ingezet, een totaal verkeerde voorstelling van zaken schetst?

Zo nee, waarom deelt u de wereldvreemde duiding van de gemeente? Op welk moment spreekt u niet meer van «redelijk rustig»?

Antwoord 2, 3

Zoals ik u heb laten weten in mijn brief van 9 januari jl. over het «Landelijk beeld van de jaarwisseling 2014–2015» ben ik nog steeds niet tevreden over het verloop van de jaarwisseling.2 Uit het door de Nationale Politie opgestelde rapport van de incidenten tijdens de jaarwisseling 2014–2015 blijkt dat er een lichte afname van het aantal incidenten is, waarbij een daling is te zien bij brand/ontploffing en vernieling c.q. zaakbeschadiging. Hoewel de trend goed is ben ik van mening dat er nog hard gewerkt moet worden om de jaarwisseling zonder noemenswaardige incidenten te laten verlopen.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel verdachten er reeds zijn opgepakt en vastgezet?

Antwoord 4

In bovengenoemde brief heb ik u laten weten dat de politie 642 personen heeft aangehouden, waarvan er 377 zijn aangebracht bij het Openbaar Ministerie. Het OM heeft op 1 januari jl. laten weten dat hiervan 204 zaken zijn beoordeeld door het OM, met name via de ZSM-werkwijze. In maart krijgt u van mij een uitgebreide brief over de jaarwisseling, met o.a. aanvullende cijfers van het OM.

In de gemeente Utrecht was sprake van 24 aanhoudingen, waarvan 11 aanhoudingen van verdachten voor oud en nieuw gerelateerde strafbare feiten. Geen van deze verdachten is in bewaring gesteld.

Vraag 5

In hoeverre kunt u garanderen dat de geleden schade zal worden verhaald op de daders of, in geval van minderjarigen, op de ouders?

Antwoord 5

Het Openbaar Ministerie kan niet garanderen dat geleden schade wordt verhaald. In algemene zin kan ik u wel mededelen dat in zaken waar sprake is van schade als gevolg van het strafbare feit het uitgangspunt is dat de vergoeding van deze schade binnen het strafproces zal worden meegenomen mits de benadeelde/het slachtoffer zich voegt. Het slachtoffer wordt, indien hij/zij bij de politie heeft aangegeven de schade te willen verhalen, hiertoe de gelegenheid geboden door toezending van een voegingsformulier.

Vraag 6

Bent u bereid zo spoedig mogelijk hoge minimumstraffen in te voeren teneinde het rapaille, dat onze samenleving zo teistert, eindelijk stevig aan te pakken?

Antwoord 6

Bij brief van 12 februari 20133 is aan uw Kamer bericht dat het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen in geval van recidive bij misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld (minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven), heeft ingetrokken. Deze intrekking vond plaats ter uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt in het Regeerakkoord dat aan het huidige kabinet ten grondslag ligt. In lijn hiermee acht ik de invoering van minimumstraffen in het algemeen niet wenselijk.

Vraag 7

Begrijpt u dat fors investeren in politie en Openbaar Ministerie noodzakelijk is teneinde het oplospercentage, dat zo dramatisch laag ligt in Nederland, te doen stijgen en zo de daders van deze vormen van criminaliteit niet langer het gevoel te geven dat ze onaantastbaar zijn?

Antwoord 7

Ik zie daarvoor geen aanleiding. De prestaties van het OM en de politie liggen op koers, ik verwijs hiervoor naar de voortgangsrapportage over de Versterking Prestaties Strafrechtketen (VPS) bij brief van 2 juli 2014.4

Naar boven