Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum een mogelijk jihad-doelwit is (ingezonden 17 december 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 27 januari 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 968.

Vraag 1 t/m 3

Kent u dit bericht en klopt het wat hierin wordt vermeld? Zo nee, wat is dan de exacte situatie?1

Klopt het dat de jihadistische dreiging al vanaf september j.l. geldt, zoals burgemeester van Brunssum heeft bevestigd? Zo nee, sinds wanneer is er dan sprake van de genoemde dreiging?

Hoe lang bent u al van deze dreiging op de hoogte?

Antwoord 1 t/m 3

Uit veiligheidsoverwegingen doe ik in het openbaar geen uitspraken over dreiging en risico ten aanzien van specifieke objecten en diensten. Het NAVO-hoofdkwartier heeft aangegeven geen specifieke, lokale dreiging tegen het hoofdkwartier te ervaren, maar dat het hoofdkwartier uiteraard altijd waakzaam en alert blijft.

Vraag 4 t/m 7

Klopt het dat medewerkers van de NAVO-basis gevolgd worden door bezoekers van een nabijgelegen moskee? Zo ja, is deze moskee al bekend bij de verantwoordelijke inlichtingen- en veiligheidsdiensten? Zo nee, waarom niet?

Klopt het dat met de meldingen van het NAVO-personeel over dit hinderlijk volgen niets is gedaan? Zo nee, bent u bereid alsnog per direct een einde te maken aan dit volgen van NAVO-personeel en hun veiligheid te garanderen? Zo nee, waarom niet?

Zijn bij deze surveillances zowel de moskee-bezoekers als de moskee zelf betrokken? Zo ja, bent u bereid deze moskee per direct te sluiten? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de maatregelen die de burgemeester van Brunssum heeft getroffen blijkbaar niet voldoende zijn, aangezien het NAVO-personeel zich nog steeds onveilig voelt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 t/m 7

Indien medewerkers van het NAVO-hoofdkwartier zich onveilig voelen, kunnen zij dat in de eigen lijn melden waarna in samenwerking en goed overleg tussen het hoofdkwartier en de Nederlandse autoriteiten, waaronder Defensie, passende maatregelen kunnen worden genomen. Verder verwijs ik naar mijn antwoord op de vragen 1 t/m 3.

Vraag 8 t/m 10

Bent u bereid het dreigingsniveau te verhogen van substantieel naar kritiek aangezien er (sterke) aanwijzingen zijn dat er een aanslag zal plaatsvinden? Zo nee, wat moet er gebeuren teneinde het dreigingsniveau wel te verhogen?

Wilt u de boeken ingaan als de Minister van Veiligheid en Justitie die niets deed op het moment dat er een serieuze jihadistische dreiging in Nederland was? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen teneinde aan de genoemde dreiging een einde te maken?

Realiseert u zich dat u als Minister van Veiligheid en Justitie primair verantwoordelijk bent voor de veiligheid van Nederland en de bewoners van Brunssum in het bijzonder en dat als er ook maar iets gebeurt u er blijkbaar niet alles aan gedaan heeft deze veiligheid te garanderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8 t/m 10

De betrokken organisaties en diensten in Nederland stellen alles in het werk om plannen voor aanslagen te ontdekken, risicopersonen te onderkennen en onder controle te houden waar dat redelijkerwijs mogelijk is. Indien daar aanleiding toe is, wordt het dreigingsniveau aangepast.

Vraag 11

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor 15 januari 2015? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Het is helaas niet mogelijk gebleken deze vragen voor 15 januari te beantwoorden.

Toelichting:

Aanvullend op de eerdere vragen terzake van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren), ingezonden 17 december 2014 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1123)


X Noot
1

Telegraaf, 16 december 2014.

Naar boven