Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de bijzonder lage straf voor het doodrijden van een kind (ingezonden 29 december 2014).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 20 januari 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Lagere straf voor Leidenaar die Nina doodreed»?1

Vraag 2

Deelt u het onbegrip voor de uitspraak van de rechter, die dader Mohammed M. een werkstraf heeft opgelegd in plaats van een zware gevangenisstraf terwijl hij een kind doodreed door met meer dan 100 kilometer per uur door de bebouwde kom te rijden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Hoe duidt u de onbehoorlijkheid van de afwezigheid van de dader in de rechtszaal?

Vraag 4

In hoeverre deelt u de opvatting dat door rechters opgelegde straffen vaak totaal niet aansluiten bij het rechtvaardigheidsgevoel van de mensen in het land?

Vraag 5

Bent u eindelijk bereid tot het invoeren van hoge minimumstraffen waardoor rechters niet langer uitspraken kunnen doen onder een bepaalde strafmaat? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Klaveren en Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de bijzondere lage straf voor het doodrijden van een kind (ingezonden 29 december 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven