Vragen van het lid Helder (PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Tegengehouden jihadisten extra dreiging» (ingezonden 23 december 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 19 januari 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1002

Vraag 1

Kent u het bericht: «Tegengehouden jihadisten extra dreiging»? Klopt het wat hierin vermeld wordt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Staat u nog steeds achter uw standpunt van vorige maand dat u koste wat kost jihadisten die het land willen verlaten wil tegenhouden, of deelt u inmiddels de menining die ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding inmiddels is toegedaan, namelijk dat tegengehouden jihadisten een dreiging vormen? Zo nee, waarom niet?

Bent u al, wijzend op de waarschuwing van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, tot het heldere inzicht gekomen dat uw aanpak de kans op aanslagen in Nederland alleen maar groter maakt? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat u inmiddels voor gek staat met uw oplossingen waarin u probeert overtuigde jihadisten met deradicaliseringsprogrammaatjes, onderwijs en geloofsgesprekken op andere gedachten te brengen? Zo ja, wanneer stopt u met dit domme en naïeve beleid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3 en 4

Ik ben mij evenals de Nationaal Coördinator Terreurbestrijding en Veligheid steeds bewust geweest van het feit dat het tegenhouden van jihadisten ook risico’s kent. In de beleidsbevindingen bij het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 37 (Kamerstuk 29 754, nr. 270) heb ik dat aangegeven. Het tegenhouden van geradicaliseerde personen is en blijft weloverwogen beleid. Nederland exporteert geen terrorisme. Er bestaat bovendien een internationale verplichting om te voorkomen dat jihadgangers (ofwel «Foreign terrorist fighters») kunnen uitreizen. Daarnaast is er een reële kans dat een uitreiziger in een jihadistisch strijdgebied doorradicaliseert, getraind wordt en geweldservaring opdoet. Dergelijke jihadgangers zouden kunnen worden ingezet voor terroristische acties tegen of in het Westen. Dit wil ik voorkomen door uitreis tegen te gaan. De betrokken veiligheidsinstanties en het lokale bestuur doen er vervolgens alles aan om deze personen scherp in de gaten te houden en zij spreken maatwerkinterventies af in multidisciplinaire casusoverleggen om de mogelijke dreiging die van deze personen uitgaat te verminderen.

Vraag 5

Bent u bereid om jihadisten die Nederland verlaten om voor de islam te vechten, te laten vertrekken, automatisch de Nederlandse nationaliteit te laten verliezen en ervoor te zorgen dat zij Nederland nooit in kunnen komen? Zo nee, wat moet er gebeuren voor u bereid bent de grenzen te sluiten?

Antwoord 5

Ik werk momenteel langs twee wegen aan versterking van de mogelijkheid om het Nederlanderschap te ontnemen in het kader van de aanpak van het jihadisme. Ten eerste is de wijziging van de «rijkswet voor het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven» ingediend bij uw Kamer. Ten tweede is eind vorig jaar een voorstel voor een wetswijziging (rijkswet op het Nederlanderschap) in consultatie gegaan, waarmee het mogelijk wordt het Nederlanderschap in te trekken van een persoon die zich buiten het Koninkrijk bevindt en zich heeft aangesloten bij een organisatie die deelneemt aan een nationaal of internationaal gewapend conflict en die is geplaatst op een samen te stellen lijst van organisaties die een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid.

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor 15 januari 2015?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven