Vragen van de leden Kerstens en Mohandis (beiden PvdA) de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «burgemeester «geeft» Omroep West-baas bonus» (ingezonden 28 november 2014).

Antwoord van Minister Plassterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 15 januari 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 859

Vraag 1

Kent u het bericht «burgemeester «geeft» Omroep West-baas bonus»1 en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over het bericht «Bonus directeur regionale omroep L1 onder de loep»?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 5

Is het waar dat de regionale omroep Omroep West een bonus heeft uitgekeerd aan de directeur ter hoogte van ruim 13.844 euro?

Op welke wijze is naar buiten gekomen dat een deel van het salaris van de directeur een bonus betrof? Op welke wijze is dit bedrag verantwoord? Is dit volgens de regels verlopen?

Is inmiddels duidelijk geworden, uit onderzoek van het Commissariaat voor de Media of anderszins, of de bonus uitgekeerd aan de directeur van L1 onrechtmatig was? Zo ja wat was de uitkomst van dat onderzoek? Zo nee, wanneer valt die uitkomst te verwachten?

Antwoord 2, 3 en 5

Het Commissariaat voor de Media, belast met het financieel toezicht op de publieke omroepen, heeft vanuit deze verantwoordelijkheid de bonussen die zijn verstrekt aan topfunctionarissen bij Omroep West en de regionale omroep L1 onderzocht. Volgens dat onderzoek is aan de directeuren van de regionale omroep L1 en Omroep West een bonus van 20.000 respectievelijk 13.844 euro is verstrekt. Op dit moment voert de Eenheid Toezicht WNT van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nader onderzoek uit naar de rechtmatigheid van de verstrekte bonussen met het oog op de juiste naleving van de WNT. Belangrijk onderdeel van het lopende onderzoek is de vraag of het overgangsrecht van de WNT van toepassing is. Het onderzoek van het Commissariaat geeft daar geen uitsluitsel over. Om vast te stellen of er al dan niet voor de inwerkingtreding van de wet eenduidig afspraken zijn gemaakt over de verstrekking van een bonus is een meer diepgravend onderzoek nodig. Dat vergt een zorgvuldig proces waarbij aan de hand van documentenonderzoek en hoor- en wederhoor de feiten moeten worden vastgesteld en moeten worden gewogen. Naar verwachting kan het hele onderzoek binnen zes weken worden afgerond. De Tweede Kamer zal over de eindbevindingen worden geïnformeerd.

Vraag 4

In hoeverre is het relevant of een bonus ertoe leidt dat de bezoldiging van een topfunctionaris boven de WNT-norm (Wet normering topinkomens) uit komt? Deelt u de mening dat dit niet relevant zou moeten zijn?

Antwoord 4

Deze mening deel ik en vindt grond in artikel 2.11 van de WNT. Bonussen zijn – met uitzondering van bonussen waarvoor overgangsrecht geldt – sinds de inwerkingtreding van de WNT niet meer toegestaan. Deze wettelijke norm staat op zichzelf. Of de voor de topfunctionaris geldende bezoldigingsnorm door de bonus – die ook tot de bezoldiging wordt gerekend – al dan niet wordt overschreden, is daarvoor irrelevant.

Vraag 6

Deelt u de mening, mede in het licht van de bonus voor de directeur van L1, dat uit de bonus voor de directeur van Omroep West blijkt dat er tenminste onduidelijkheid bestaat over de regels ten aanzien van het toestaan van bonussen? Zo ja, wat gaat u doen om duidelijk te maken wat er onder het regime van de WNT wel en niet is toegestaan met betrekking tot bonussen? Zo nee, betekent het feit dat het wel duidelijk is wat die regels zijn, dat de WNT willens en wetens wordt overtreden?

Antwoord 6

Of in de genoemde casuïstiek onduidelijkheid van de regels aan de orde was, moet nog blijken. Het juridisch kader op dit punt beschouw ik overigens als volstrekt helder en eenduidig. In december 2014 is overigens de website www.topinkomens.nl uitgebreid met praktische informatie over de regelgeving en de juiste toepassing van de wet, inclusief het overgangsrecht. Onder de rubriek «vraag en antwoord» wordt ook expliciet ingegaan op regels voor bonussen, winstdelingen en andere variabele beloningen en is toegelicht wanneer een eerder afgesproken bonus onder het overgangsrecht valt. Het is aan instellingen om hieraan toepassing te geven en aan accountants om deze regelgeving toe te passen bij hun controles op de jaarstukken. Voor deze accountantscontrole is met ingang van 1 januari 2015 bovendien een aangescherpt controleprotocol WNT van kracht, waarin expliciet aandacht is geschonken aan de controle op het verbod op variabele beloning en de toepassing van het overgangsrecht.

Vraag 7

Is het tweede bericht over een mogelijk onrechtmatige bonus aan een directeur van een regionale omroep voor u of voor het Commissariaat voor de Media aanleiding om onderzoek te doen naar deze praktijken bij andere (regionale) omroepen?

Antwoord 7

Ja, in het kader van proactief toezicht op de naleving van de WNT zal ook de rechtmatigheid van de bonusverstrekking bij andere regionale omroepen worden onderzocht.

Vraag 8

Wat is de stand van zaken van uw overleg met de VNG en het IPO over de mogelijkheid voor subsidieverlenende decentrale overheden om vooraf in de subsidieverordening voorwaarden op te nemen ten aanzien van inkomens van bestuurders bij de instelling die om een subsidie verzoekt?

Antwoord 8

Na overleg met IPO en VNG heb ik het initiatief genomen voor een breed interbestuurlijk netwerk, waarin een aantal gemeenten, provincies alsmede IPO en VNG participeren. Binnen dit netwerk zijn inmiddels ervaringen gedeeld op het vlak van het terugdringen van bovenmatige inkomens op decentraal niveau. Op basis van die ervaringen worden thans model-aanpakken voor decentrale bestuursorganen uitgewerkt. Zoals ik ook de Eerste Kamer bij de behandeling van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT heb geïnformeerd3, streef ik er naar voor 1 juni 2015 de Kamer over de definitieve resultaten te informeren.

Vraag 9

Heeft u, mede in het licht van de rode cijfers van de omroep en ongeacht de bonus, een opvatting over de hoogte van de bezoldiging van deze directeur?

Antwoord 9

De bezoldiging van topfunctionarissen bij de regionale omroepen wordt genormeerd door de WNT. Zolang deze wet wordt nageleefd, ligt het niet op mijn weg om in dat licht opvattingen te hebben.

Vraag 10

Baart het u zorgen dat het overgangsrecht ook in deze casus, net als in de L1-casus, als rechtvaardiging voor de bonus wordt gebruikt? Zo ja, welke acties onderneemt u naar aanleiding van dit kennelijk bestaande misverstand?

Antwoord 10

Of in de voorliggende casuïstiek al dan niet terecht een beroep is gedaan op het overgangsrecht is voorwerp van nader onderzoek. Voor het antwoord op de vraag op welke wijze misverstanden over de juiste toepassing van de wet wordt voorkomen, kan worden verwezen naar het antwoord op vraag 6.


X Noot
1

Volkskrant 27 november 2014

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 528

X Noot
3

Zie: Kamerstuk 33 978, nr. E, blz. 3.

Naar boven