Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 1019 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 1019 |
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Belastingdienst maakt het niet makkelijker voor lage inkomens»1 en het rapport «Belastingdienst, een bron van armoede»?2
Deelt u de conclusie van het rapport «Belastingdienst, een bron van armoede?» dat de Belastingdienst bij het terugvorderen van toeslagen geen rekening houdt met persoonlijke situaties en de beslagvrije voet, met als gevolg dat mensen dieper in de schulden raken? Zo nee, waarom niet?
De Belastingdienst kan bij het terugvorderen van toeslagen niet in alle gevallen vooraf rekening houden met de persoonlijke situatie van mensen. Dat is een terechte constatering. Dit komt omdat de Belastingdienst niet over de daarvoor benodigde informatie beschikt. Ook de complexiteit van de beslagvrije voet en de massaliteit van de processen spelen daarbij een rol. Om te voorkomen dat mensen in de problemen komen, wordt de belanghebbende op verschillende momenten in het proces geïnformeerd over zijn rechten. Om die rechten te effectueren, moet hij wel zelf in actie komen. Ik zal dat hierna toelichten.
In het geval een toeslagvoorschot geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald, biedt de Belastingdienst standaard een betalingsregeling aan van vierentwintig maanden. Bij dit aanbod wordt vermeld dat in het geval belanghebbende niet in staat is de voorgestelde betalingsregeling na te komen, hij een persoonlijke betalingsregeling (maatwerkregeling) kan aanvragen. Deze laatste betalingsregeling gaat uit van de individuele betalingscapaciteit van betrokkene. Bij de berekening van de betalingscapaciteit, speelt de beslagvrije voet een voorname rol.
Ook voor de groep van wie toeslagvoorschotten worden teruggevorderd en die in eerste instantie geen enkele actie onderneemt (niet betaalt, geen gebruik maakt van de standaard aangeboden betalingsregeling noch van de mogelijkheid een persoonlijke betalingsregeling aan te vragen), houdt de Belastingdienst zowel in het geval van verrekening als bij de overheidsvordering rekening met de beslagvrije voet. Gelet op de complexiteit van de beslagvrije voet en op de schaal waarop de verrekening en de overheidsvordering door de Belastingdienst worden toegepast, is het in het algemeen niet mogelijk vóóraf vast te stellen of ten gevolge van de verrekening of van de overheidsvordering te weinig bestaansmiddelen overblijven om van te leven. Daarom is in de kennisgeving van verrekening of van de overheidsvordering informatie opgenomen over de relatie met de beslagvrije voet en over de mogelijkheden de verrekening of de overheidsvordering in voorkomend geval ongedaan te maken. De (dwang)verrekening vindt pas plaats nadat een aanmaning is verstuurd; bij een overheidsvordering geldt dat eerst een aanmaning en een dwangbevel moeten zijn verzonden. Wanneer eenmaal in hiervoor bedoelde zin is gereclameerd tegen een verrekening of een overheidsvordering, zal de Belastingdienst bij volgende verrekeningen en vorderingen rekening houden met de beslagvrije voet van betrokkene.
De Belastingdienst gaat er dus van uit dat degene die een te hoog voorschot heeft aangevraagd en vervolgens wordt geconfronteerd met terugvordering, op enig moment actie onderneemt om zich tegen de ongewenste gevolgen van verrekening en overheidsvordering te beschermen. Bij het aanbod tot het treffen van een betalingsregeling en bij de kennisgeving van verrekening of beslag wordt daarover gecommuniceerd met betrokkenen. In een overleg met de Landelijke Organisatie Sociaal Raadlieden dat in januari 2015 zal plaatsvinden, zal o.a. worden gesproken over manieren om de communicatie met de doelgroep te verbeteren.
Leidt het besluit van de Belastingdienst om bij alleenstaande ouders vorderingen niet meer te verrekenen met het kindgebonden budget ertoe dat ook bij andere ouders vorderingen niet meer worden verrekend met het kindgebonden budget? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nee, dat is niet het geval. De bedoelde maatregel heeft alleen betrekking op een groep alleenstaande ouders met een laag inkomen voor wie vanaf 2015 de zogenoemde alleenstaande ouderkop aan het kindgebonden budget wordt toegevoegd. In verband met wijziging van de beslagwetgeving per 1 januari 2015, is voor deze groep namelijk met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voorzienbaar dat door dwangverrekening de beslagvrije voet wordt aangetast. Daarnaast heeft deze groep alleenstaande ouders als gevolg van wetswijziging onvoldoende rekening kunnen houden met het gegeven dat de alleenstaande ouderkop mogelijk in de verrekening van toeslagschulden zal worden betrokken en met de inkomensterugval die daarvan het gevolg kan zijn. Het tegemoetkomen van deze groep is een uitwerking van het bestaande uitvoeringsbeleid waarin bij verrekening een beroep kan worden gedaan op de beslagvrije voet. Het betekent overigens niet dat deze groep alleenstaande ouders hun schulden niet meer hoeft te betalen; vorderingen zullen op een andere manier – dan door verrekening met het kindgebonden budget – worden geïncasseerd.
In andere gevallen ontbreekt een zuiver zicht op de relatie tussen voorschot en beslagvrije voet. In die gevallen worden belanghebbenden geïnformeerd over hun rechten als bedoeld in het antwoord op vraag 2.
Op welke wijze gaat u de motie Schouten c.s. (Kamerstuk 24 515, nr. 284) om bij terugvorderingen van toeslagen de beslagvrije voet te respecteren concreet uitvoeren? Indien u dit nog niet kunt beantwoorden, wanneer kunt u hierover dan de Kamer alsnog informeren?
Zoals uit het antwoord op vraag 2 blijkt, houdt de Belastingdienst bij de terugvordering van toeslagen – en hetzelfde geldt ook voor belastingen – rekening met de individuele beslagvrije voet. Zoals in het antwoord toegelicht, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat betrokkene daartoe op enig moment zèlf actie onderneemt. Wanneer de gelegenheid zich voordoet is de Belastingdienst binnen zijn mogelijkheden bereid groepen van toeslagvoorschotten af te schermen voor verrekening. De maatregel als bedoeld in vraag 3 is daarvan een voorbeeld. Maar ook in het geval van (minnelijke) schuldsanering, in het geval de beslagvrije voet eerder is vastgesteld en in het geval de Belastingdienst ten laste van betrokkene eerder een loonbeslag heeft gelegd, wordt (ongevraagd) afgezien van verrekening of overheidsvordering. Er bestaat thans geen uitzicht op een situatie waarin de Belastingdienst op basis van eigen informatie een verrekening zó uitvoert dat aantasting van de beslagvrije voet onder alle omstandigheden wordt voorkomen. Het blijft dus van belang dat betrokkene zelf tijdig actie onderneemt. De Belastingdienst spant zich maximaal in om conform de motie Schouten c.s. de beslagvrije voet te respecteren.
Bent u bereid om de in het rapport «Belastingdienst, een bron van armoede?» genoemde aanbevelingen op te volgen? Wilt u per aanbeveling uw gemaakte afweging inhoudelijk toelichten?
In januari 2015 vindt naar aanleiding van het genoemde rapport overleg plaats met de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden. De in het rapport opgenomen aanbevelingen zullen daarin onderwerp van gesprek zijn. Ik ben bereid u in de eerstvolgende halfjaarrapportage Belastingdienst te informeren over de uitkomsten van bedoeld overleg.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1019.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.