Vragen van de leden Van Dekken en Mei Li Vos (beiden PvdA) aan de Minister en Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het artikel «Tegenslag in strijd tegen matchfixing» (ingezonden 20 november 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede ondertekend door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (ontvangen 13 januari 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 853

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Tegenslag in de strijd tegen matchfixing»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wist u dat de Europese voetbalbond (UEFA) en de grote onlinegokbedrijven (ESSA) geen informatie meer delen in de strijd tegen matchfixing? Zo ja, waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Deze informatie was mij niet bekend. Zowel de UEFA als ESSA zijn private internationale organisaties die geen verantwoording aan mij hoeven af te leggen. Dit geldt temeer nu de Wet op de kansspelen niet in de mogelijkheid voorziet vergunning te verlenen voor online kansspelen. Geen van de aan ESSA verbonden kansspelaanbieders beschikt dan ook over een vergunning van de kansspelautoriteit.

Vraag 3 en 5

Hoe beoordeelt u de kritiek dat UEFA van mening is dat ESSA te weinig gegevens doorgeeft over duels die opvallen door afwijkende gokpatronen?

Wat is uw opvatting over de beschuldiging van UEFA dat ESSA slechts een handvol verdachte wedstrijden doorgeeft aan UEFA terwijl volgens insiders op veel grotere schaal wordt gemanipuleerd?

Antwoord 3 en 5

Deze kritiek en beschuldiging laat ik voor rekening van UEFA en over deze kritiek en beschuldiging vorm ik mij geen oordeel.

Vraag 4 en 7

Waarom doen online-gokondernemers zelf onderzoek bij vermoedens dat hun klanten met voorkennis geld inzetten op gemanipuleerde wedstrijden? Hoe verhoudt zich dat tot de afspraak dat ESSA belastende informatie naar UEFA zou sturen? Hoe beoordeelt u de claim van UEFA dat ESSA informatie over verdachte klanten achterhield?

Deelt u de mening dat gokbedrijven moeten worden verplicht alle verdachte patronen door te geven? Bent u het ermee eens dat als ze dat niet doen deze gokbedrijven hun vergunning moeten kwijtraken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 7

Deze claim laat ik voor rekening van UEFA en over deze claim vorm ik mij geen oordeel.

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat aanbieders van online kansspelen zicht hebben op het speelgedrag van hun deelnemers. Het speelgedrag, alsook eventuele afwijkingen daarin, kan dan ook door de aanbieder zelf gemonitord en beoordeeld worden.

Over het wetsvoorstel Kansspelen op afstand – dat ik uw Kamer voor de zomer heb doen toekomen – kom ik nog met uw Kamer te spreken. Uitgangspunt is daarbij dat kansspelaanbieders zelf in staat zijn om afwijkend speelgedrag waar te nemen en te analyseren aangezien zij over de relevante informatie beschikken. In de lagere regelgeving voor kansspelen op afstand zullen daarnaast vergunningsvoorwaarden worden opgenomen over het delen van informatie die noodzakelijk is voor versterking van de strijd tegen matchfixing. Ik denk hierbij aan deelname aan het nationaal platform matchfixing en de plicht om informatie over verdachte patronen te delen.

Op het naleven van de wet- en regelgeving en de voorwaarden waaronder de vergunning wordt verleend zal worden toegezien door de kansspelautoriteit. De kansspelautoriteit beschikt over diverse middelen om vergunninghouders tot naleving van de vergunningsvoorwaarden te bewegen, voordat het intrekken van een verleende vergunning in overweging wordt genomen.

Vraag 6

Hoe kan het dat ESSA in 2013 bekendmaakte dat het dertig verdachte duels had aangetroffen terwijl het Britse bedrijf Sportradar datzelfde jaar melding maakte van ruim driehonderd dubieuze wedstrijden?

Antwoord 6

Dat kan ik niet beoordelen.


X Noot
1

Volkskrant, 15 november 2014

Naar boven