Vragen van de leden Van Klaveren en De Roon (beiden PVV) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de jihadcoalitie (ingezonden 29 november 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 20 januari 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 874.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Jihadcoalitie gevormd»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

In hoeverre klopt het dat verschillende islamitische terreurgroepen in Syrië een samenwerkingsverband zijn aangegaan?

Hoeveel islamitische terroristen met (ook) de Nederlandse nationaliteit zijn betrokken bij de samenwerkende terreurgroepen?

Antwoord 2 en 3

Het klopt dat verschillende islamistische strijdgroepen een samenwerkingsverband zijn aangegaan. Sinds het uitbreken van de burgeroorlog worden vaker samenwerkingsverbanden aangegaan. Tegelijkertijd is er voortdurend onenigheid en regelmatig strijd tussen fracties en verschillende groeperingen, zowel de islamistische en jihadistische als de meer seculiere oppositionele groepen.

Geen van de strijdgroepen die in het artikel aangehaald worden zijn echter internationaal aangemerkt als terroristische groep. Het genoemde samenwerkingsverband staat los van de terroristische groeperingen Islamitische Staat in Iraq en de Levant (ISIL) en het Nusra Front (Jabhat al Nusra – JaN), die door de Verenigde Naties opgenomen zijn in de Al-Qa’ida sanctie lijst.

Zoals reeds gemeld aan uw Kamer, zijn er op dit moment een kleine honderd Nederlanders in Syrië betrokken bij jihadistische strijdgroepen. Zij zoeken bewust aansluiting bij ISIL en JaN en niet bij de strijdgroepen van het in het artikel aangehaalde samenwerkingsverband.

Vraag 4

Welke andere nationaliteiten hebben de in Syrië aanwezige jihadisten met de Nederlandse nationaliteit?

Antwoord 4

De in Syrië aanwezige Nederlandse jihadisten hebben diverse achtergronden, maar hebben vaak naast de Nederlandse ook de Marokkaanse nationaliteit, de Turkse of zij bezitten uitsluitend de Nederlandse.

Vraag 5

Bent u bereid deelname aan de jihad als zodanig strafbaar te stellen en ervoor te zorgen dat een ieder die hieraan deelneemt na straf en (waar mogelijk) denaturalisatie, ons land wordt uitgezet?

Antwoord 5

Het deelnemen aan de jihadistische strijd of training volgen in het buitenland is strafbaar op grond van artikel 134a Wetboek van Strafrecht. Op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap kan het Nederlanderschap worden ingetrokken als sprake is van een onherroepelijke veroordeling wegens een terroristisch misdrijf. Voorwaarde is dat de betrokken persoon naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit bezit. Intrekking is niet mogelijk als staatloosheid daarvan het gevolg is. Voorwaarde is ook dat het misdrijf na 1 oktober 2010 is gepleegd. Na het intrekken van het Nederlanderschap wordt betrokkene ongewenst vreemdeling verklaard en wordt hij uitgezet.

Naar boven