Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 989 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 989 |
Klopt het dat bij de vaststelling van het recht op gefinancierde rechtsbijstand het loonbeslag niet wordt afgetrokken van het actuele inkomen omdat dit administratief lastig is en omdat de regering destijds geen rekening wilde houden met de bestedingen van rechtzoekenden?1 Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat een administratieve reden geen reden mag zijn om de feitelijke toegang tot een advocaat in te perken? Zo nee, waarom niet?
In de brief waarnaar wordt verwezen in vraag 1 heeft de toenmalig Minister van Justitie het standpunt toegelicht dat de keuze voor een systeem waarbij de draagkracht is gebaseerd op het fiscale jaarinkomen met zich meebrengt dat bij de bepaling van de draagkracht van een rechtzoekende geen rol speelt in hoeverre het fiscale jaarinkomen ook tot het werkelijk besteedbaar inkomen leidt. Daarnaast werd het voor de raad voor rechtsbijstand niet uitvoerbaar geacht om het fiscale jaarinkomen te verrekenen met netto (maandelijkse) uitgaven zoals die van een loonbeslag. Voor de nadere toelichting verwijs ik kortheidshalve naar de betreffende brief. De genoemde redenen zijn naar mijn mening nog steeds passend. In dit verband wijs ik ook op twee recente uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.2 Hierin wordt onder meer overwogen dat het beperken van de toegang tot gesubsidieerde rechtsbijstand op basis van inkomens- en vermogensgrenzen de essentie van het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op toegang tot de rechter niet aantast en een gerechtvaardigd doel dient.
Ik verwijs verder naar mijn antwoord op vraag 4.
Deelt u de mening dat loonbeslag aangevochten moet kunnen worden als een rechtzoekende hier onterecht mee geconfronteerd wordt? Deelt u ook de mening dat loonbeslag ook andere geschillen kan inhouden dan slechts het niet betalen van alimentatie of een vordering voortvloeiende uit de aanschaf van consumptiegoederen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is dan nog meer de reden om bij de berekening van het actuele inkomen geen rekening te houden met het loonbeslag?
Uit de wet vloeit voort dat loonbeslag in beginsel kan worden gelegd voor elke betalingsverplichting die de debiteur niet nakomt.
Ik onderschrijf het uitgangspunt dat rechtzoekenden een loonbeslag moeten kunnen aanvechten indien dit naar hun mening ten onrechte is gelegd. Voor zover de vraag veronderstelt dat rechtzoekenden daartoe altijd een aanspraak op gefinancierde rechtsbijstand zou moeten toekomen, indien zij als gevolg van een loonbeslag niet in staat zijn de kosten van rechtsbijstand zelf te dragen, deel ik deze veronderstelling niet. Aan het leggen van loonbeslag gaat een fase vooraf waarin de vordering door de rechtzoekende kan worden betwist. Indien een loonbeslag op onjuiste wijze is gelegd, of de rechtzoekende onvoldoende over de oorsprong van een vordering is geïnformeerd, mag in de eerste plaats van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij deze fout herstelt. Bij beslaglegging behoort het tot de zorgplicht van de gerechtsdeurwaarder belanghebbenden adequaat te informeren. Hierop is ook recentelijk nog door de Nationale Ombudsman gewezen.3 Rechtzoekenden kunnen zich tot het Juridisch Loket wenden voor hulp bij het aanschrijven van de gerechtsdeurwaarder. Zo nodig kan het Juridisch Loket de rechtzoekende voorlichten over het indienen van een klacht bij de tuchtkamer voor gerechtsdeurwaarders. Ik wijs er ook op dat een rechtzoekende van zijn kant door een zo juist en volledig mogelijke gegevensverstrekking de gerechtsdeurwaarder in staat moet stellen om een behoorlijk loonbeslag te leggen. Wie niet aan die informatieplicht voldoet, kan vervolgens niet de gerechtsdeurwaarder een verwijt maken dat deze zich bij het berekenen van de beslagvrije voet niet op de juiste gegevens heeft gebaseerd.
Ik verwijs voor het overige naar mijn antwoord op vraag 1.
Erkent u dat het negeren van loonbeslag bij het vaststellen van het recht op gefinancierde rechtsbijstand niet houdbaar is en leidt tot schrijnende gevallen waarbij geen beroep kan worden gedaan op de algemene hardheidsclausule, aangezien loonbeslag volgens de werkinstructies niet kan leiden tot een daling van het feitelijke inkomen?4
Aan het hanteren van (inkomens)grenzen voor een aanspraak op gefinancierde rechtsbijstand is inherent dat in sommige gevallen geen recht op een toevoeging bestaat, ook daar waar de situatie door de betrokkenen zelf wellicht als schrijnend wordt ervaren.
Voor rechtzoekenden met een ernstige en langdurige schuldensituatie voorziet het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand in oplegging van de laagste eigen bijdrage. Deze regeling geldt voor personen die akkoord zijn gegaan met een plan tot buitengerechtelijke schuldsanering, zijn toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen, of zich in staat van faillissement bevinden. Onder deze omstandigheden is de geringe financiële draagkracht van de rechtzoekende een door een rechter of door de gemeentelijke schuldhulp vastgesteld gegeven. In die gevallen beoordeelt de raad voor rechtsbijstand de draagkracht niet op basis van het fiscale verzamelinkomen in het peiljaar en komen de betreffende personen – indien ook aan de andere vereisten is voldaan – in aanmerking voor een toevoeging.
Bent u bereid in gesprek te gaan met de Raad voor Rechtsbijstand om te bezien of er mogelijkheden zijn verrekening van het fiscale jaarinkomen met een loonbeslag uitvoerbaar te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer van de uitkomsten op de hoogte houden?
Uit mijn voorgaande antwoorden volgt dat ik geen aanleiding zie hierover met de raad voor rechtsbijstand in gesprek te gaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-989.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.