Vragen van de leden PaulusJansen en Van Gerven (beiden SP) aan de Ministers van Defensie en van Infrastructuur en Milieu over munitiestortplaats Engelsmanplaat (Waddenzee) (ingezonden 10 december 2013).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 21 januari 2014).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat er tussen Schiermonnikoog en Ameland – nabij de Engelsmanplaat – in de veertiger jaren van de vorige eeuw, vijfhonderd ton munitie uit de Tweede Wereldoorlog gestort is?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het bericht dat de stortplaats in 2001 door TNO is onderzocht en dat TNO heeft geadviseerd iedere vijf jaar een controle uit te voeren? Op welke wijze, wanneer en door wie is deze controle de afgelopen jaren uitgevoerd? Wat is er tijdens deze controles geconstateerd?

Vraag 4

Klopt het bericht dat het controleren van deze stortplaats niet opgenomen is in het meetprogramma van Rijkswaterstaat? Zo ja, binnen welk meetprogramma van welk Ministerie is dit wel opgenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Is er in de loop der jaren een toename aan risico’s waarneembaar, zoals het aanspoelen van munitie op het strand?

Antwoord 2, 4 en 5

Het desbetreffende TNO-rapport is op 22 augustus 2001 door de regering aan de Tweede Kamer aangeboden (TNO-PML 2001 A6). Daarin staat dat de munitiestortplaats in de Waddenzee onder een laag zand van circa 10 meter ligt. «Aangezien deze munitie geen gevaar oplevert is van verder onderzoek op die locatie afgezien», aldus TNO. In het verlengde hiervan adviseerde TNO deze locatie regelmatig te beoordelen op de aanwezigheid van voldoende zandafdekking. Rijkswaterstaat neemt dit gebied in het kader van de reguliere 6-jaarlijkse dieptemetingen van het Waddenzeegebied mee. De laatste bodemmetingen zijn uitgevoerd in 2012. Daaruit blijkt dat bij de munitiestortplaats geen grote veranderingen / wijzigingen zijn opgetreden, de munitiestortplaats ligt nog steeds onder voldoende zandafdekking. Daarnaast meet Rijkswaterstaat jaarlijks de waterkwaliteit op verschillende punten in de Waddenzee. Deze metingen laten zien dat de kwaliteit ruimschoots binnen de normen voor zware metalen blijft. Voor zover bekend is er geen munitie afkomstig van deze stortplaats aangespoeld en is dus ook op dit vlak geen sprake van toenemende risico’s.

Vraag 3

Is het waar dat, zoals de Waddenvereniging stelt, geen van de betrokken Ministeries zich verantwoordelijk voelt voor de stortplaats? Zo nee, welke Minister is er verantwoordelijk voor deze stortplaats?

Antwoord 3

Nee, het beheer van de Waddenzee is een Rijksverantwoordelijkheid. Vanuit de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voert Rijkswaterstaat, zoals gesteld in het antwoord op de vragen 2, 4 en 5, reguliere metingen uit naar de bodemontwikkeling en de waterkwaliteit. Vanuit de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Defensie is de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) verantwoordelijk voor het ruimen van explosieven.

Vraag 6

Zijn er nog meer munitiestortplaatsen in Nederlandse wateren naast die in de Oosterschelde en in de Waddenzee? Zo ja, welke en hoe is hiervan de controle geregeld?

Antwoord 6

Ja, op twee locaties in de Noordzee ter hoogte van respectievelijk IJmuiden en Hoek van Holland, beide op ongeveer 30 kilometer uit de kust. De voormalige munitiestortplaatsen zijn afgesloten (area to be avoided) voor de scheepvaart, staan op de zeekaarten en zijn apart betond. Ook voor de Noordzee geldt dat Rijkswaterstaat reguliere metingen verricht naar de bodemontwikkelingen en waterkwaliteit.


X Noot
1

Een vandaag, 5 december 2013

Naar boven