Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over wachtgeld voor een ex-gedeputeerde van Noord-Holland (ingezonden 19 december
2013).
Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
10 januari 2014)
Vraag 1
Is het waar dat ex-gedeputeerde Hooijmaijers sinds zijn aftreden in 2009 € 333.821,92
aan wachtgeld heeft ontvangen?1
Antwoord 1
De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving van de Algemene pensioenwet
politieke ambtsdragers (Appa); de provincie Noord-Holland is verantwoordelijk voor
de uitvoering ervan voor haar gedeputeerden. Navraag bij de provincie leert dat het
inderdaad waar is dat de heer Hooijmaijers sinds zijn aftreden in 2009 in totaal € 333.821,92
bruto aan Appa-uitkering heeft ontvangen.
Vraag 2
Acht u het gezien de beoogde integriteit van het bestuur in Nederland wenselijk dat
een veroordeeld politicus wachtgeld ontvangt? Zo ja, waarom?
Antwoord 2
Indien een Appa-gerechtigde politicus wordt veroordeeld tot een vrijheidsbeneming
is het stopzetten van de uitkering voor mij alleen voorstelbaar vanaf het moment dat
betrokkene daadwerkelijk op basis van een rechterlijke uitspraak zijn of haar vrijheid
is ontnomen.
Deze opvatting is niet alleen in lijn met de Appa, maar ook met het Wetboek van Strafvordering.
In artikel 557 van dat Wetboek is specifiek vastgelegd dat zolang niet op een ingesteld
hoger beroep of cassatieberoep is beslist, niet met de tenuitvoerlegging kan worden
begonnen. Het instellen van beroep heeft dus schorsende werking. Aldus wordt zo veel
mogelijk voorkomen dat ten aanzien van een verdachte onherstelbare maatregelen worden
genomen. Het geeft ook vorm aan het onschuldbeginsel (presumptio innocentiae) dat
meebrengt dat een verdachte voor onschuldig wordt gehouden totdat zijn schuld onherroepelijk
vaststaat.
Overigens geldt voor werknemers in de zin van de Werkloosheidswet hetzelfde. U zie
artikel 19, eerste lid, onderdeel g, van deze wet.
Vraag 3
Deelt u de mening dat indien sprake is van een veroordeling door de rechter, het wachtgeld
direct stopgezet dient te worden en eerder ontvangen bedragen teruggevorderd dienen
te worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De Appa-uitkering is een vangnet voor aftredende politieke ambtsdragers. In de Appa
is daarom in artikel 131 bepaald dat er, voordat tot een dergelijke ingrijpende actie
wordt overgegaan, daadwerkelijk sprake dient te zijn van een uitkeringsgerechtigde
aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.
Mocht er na een onherroepelijke vrijheidsbeneming sprake zijn van een onverschuldigd
betaalde uitkering dan moet die natuurlijk worden teruggevorderd. De uitkering die
betrokkene heeft genoten vóór het moment dat hem of haar rechtens de vrijheid is ontnomen,
kan niet worden teruggevorderd; betrokkene had er tot dat tijdstip immers recht op.
Vraag 4
Is de uitspraak van de provincie Noord-Holland dat het wachtgeld geheel volgens de
regels is verstrekt, juist?
Antwoord 4
Aangezien er momenteel geen sprake is van de situatie dat aan de heer Hooijmaijers,
ondanks zijn recente veroordeling door de rechter, rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
is de uitkering conform de Appa verstrekt.
Vraag 5
Is de opvatting van de provincie Noord-Holland, dat de Algemene pensioenwet politieke
ambtsdragers (Appa) gewijzigd moet worden om het mogelijk te maken wachtgeld stop
te zetten of terug te vorderen in het geval van een veroordeling, juist? Zo nee, welke
mogelijkheden zijn er dan op basis van deze of andere wetten om het wachtgeld stop
te zetten of terug te vorderen? Zo ja, bent u bereid die noodzakelijke aanpassing
snel door te voeren?
Antwoord 5
De opvatting van de provincie is juist. Artikel 131 van de Appa bepaalt expliciet
dat de uitkeringsgerechtigde rechtens zijn vrijheid moet zijn ontnomen. Zolang daarvan
geen sprake is, bestaat recht op Appa-uitkering. Zolang er geen sprake is van een
onherroepelijke vrijheidsbeneming kan die uitkering niet worden stopgezet of teruggevorderd.
Aangezien de heer Hooijmaijers recht heeft op de Appa-uitkering, zie ik geen mogelijkheden
om de tot nu toe toegekende uitkering terug te vorderen.
Gezien mijn antwoord op vraag 3 zie ik geen aanleiding om op dit punt een wetswijziging
te overwegen.