Vragen van de leden Kuzu en Recourt (beiden PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over malafide incassobureaus (ingezonden 6 november 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 11 december 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 696

Vraag 1

Kent u het onderzoek van het Verbond van Credit Management Bedrijven (VCMB), waaruit blijkt dat de vele schimmige incassobureaus die ons land telt vaak willens en wetens te hoge en onnodige kosten in rekening brengen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met de mogelijke miljoenenfraude van incassobureau Beekman en partners uit Apeldoorn?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u nog steeds van mening dat de incassobranche geen wettelijk keurmerk behoeft en dat vrijwillige aansluiting bij de branchevereniging voldoende waarborgen biedt? Zo ja, waarom?

Antwoord 3

Afgelopen voorjaar heeft de Minister van Veiligheid en Justitie uw Kamer een brief gestuurd waarin uitvoerig wordt ingegaan op de handhaving van de normering van de buitengerechtelijke incassokosten, waaronder de voor- en nadelen van een wettelijk keurmerk.3 De argumenten en overwegingen in deze brief gelden ook nu nog onverkort. Ik verwijs daarom kortheidshalve naar deze brief.

Vraag 4

Wat is de uitkomst van het gesprek dat u afgelopen zomer met de branche zou voeren over de manier waarop de kwaliteit van de incassobranche kan worden verbeterd, anders dan via een wettelijk keurmerk?

Antwoord 4

Het bedoelde gesprek is gevoerd. Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 19 juni 2013 inzake armoede en schuldenbeleid en het Algemeen Overleg van 3 juli 2013 inzake civielrechtelijke onderwerpen, zal ik uw Kamer hierover bij brief informeren. Ik doe dat nog voor het kerstreces.

Vraag 5

Bent u bereid om gedupeerden van het incassobureau Beekman en partners juridische bijstand te verlenen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Voor zover gedupeerden onder de reikwijdte van de Wet op de rechtsbijstand vallen, bestaat voor hen de mogelijkheid een toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand aan te vragen.

Vraag 6, 7 en 8

Deelt u de verontwaardiging over het feit dat bijna één op de vijf bedrijven heeft toegegeven nog steeds meer kosten in rekening te brengen bij consumenten dan volgens de wet toegestaan is? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat het zorgelijk is dat zestig procent van de ondervraagde bedrijven heeft toegegeven dat de werkwijze anderhalf jaar na de wetswijziging nog niet is aangepast? Zo ja, welke stappen gaat u ondernemen om de wetswijziging te handhaven?

Op welke manier gaat u bedrijven beschermen tegen malafide incassobureaus? Bent u bereid na te denken over beschermende wetgeving?

Antwoord 6, 7 en 8

Het VCMB-onderzoek stelt dat slechts zes op de tien incasso-organisaties betalingsvoorwaarden heeft conform de wet incassokosten. De wet incassokosten schrijft dwingend de maximale incassokosten voor als de schuldenaar een consument is. Wanneer het transacties tussen bedrijven betreft, kunnen de bedrijven met elkaar andere incassokosten overeenkomen. Maken zij geen afspraken, dan geldt de wet incassokosten. Het onderzoek betreft 120 credit managers. Hiervan houdt 93% zich bezig met business to business, oftewel transacties tussen bedrijven onderling. Zij mogen op grond van de wet zelf bepalen welke incassokosten in rekening worden gebracht bij een ander bedrijf. Dit sluit aan bij de conclusie in het onderzoek dat 75% van de credit managers verwacht dat hun betalingsvoorwaarden stand houden bij een gerechtelijke procedure. Uit het onderzoek leid ik af dat een klein percentage teveel kosten in rekening brengt bij consumenten. Vanzelfsprekend zou ik het betreuren als aan consumenten meer incassokosten in rekening worden gebracht dan wettelijk is toegestaan. De wet incassokosten heeft verduidelijkt hoeveel incassokosten maximaal in rekening mogen worden gebracht bij consumenten. De wet is relatief nieuw: er is net een jaar ervaring mee opgedaan. Van belang is dat consumenten op de hoogte zijn van de incassotarieven. Er wordt nu bekeken of de bekendheid van de maximale incassokosten kan worden verbeterd. Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 3 juli inzake civielrechtelijke onderwerpen zal ik uw Kamer over de handhaving van de wet incassokosten per brief informeren. Ook dat zal voor het kerstreces geschieden.

Vraag 9

Welke instantie houdt toezicht op naleving van de Wet Incassokosten en welke sancties kunnen incassobedrijven worden opgelegd als zij deze wet niet naleven?

Antwoord 9

Voor een uitvoerige beschrijving van de wijze waarop de normering van de buitengerechtelijke incassokosten kan worden gehandhaafd verwijs ik naar de in antwoord op vraag 3 genoemde brief aan uw Kamer. Er is geen overheidsinstantie specifiek met het toezicht op de naleving van deze wet belast. Wel kan, zoals toegelicht in voornoemde brief, in bepaalde gevallen de Autoriteit Consument en Markt optreden.


X Noot
1

«Aanmaningen vaak willens en wetens te hoog», Telegraaf, 5 november 2013 (http://www.telegraaf.nl/overgeld/consument/22028945/__Aanmaningen_vaak_willens_en_wetens_te_hoog__.html)

X Noot
3

Kamerstukken II, vergaderjaar 2012–2013, 32 418, nr. 17.

Naar boven