Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over de financiële fragmentatie van het bankenlandschap in Europa (ingezonden 3 december 2013).

Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 9 januari 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «You break it, you own it»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

In hoeverre klopt het bericht dat de Duitse toezichthouder Nederlandse banken verbiedt om «Duitse» deposito’s te gebruiken ter financiering van «Nederlandse» leningen.

Zijn er in Europa meer toezichthouders die zich op een dergelijke wijze opstellen en zijn hier algemene voorschriften voor? Zo ja, welke? Hoe beziet u deze ontwikkelingen, ook in het licht van de gang naar een Europese bankenunie?

Antwoord 2 en 3

Ik ben niet bekend met een algeheel verbod voor Nederlandse banken van de Duitse toezichthouder om Duitse deposito’s te gebruiken voor het uitzetten van leningen in Nederland. Binnen de afspraken van het Europese kapitaaleisenraamwerk CRD-IV (bestaande uit een verordening en een richtlijn) is een verbod ook niet mogelijk. Wel kunnen nationale toezichthouders uit hoofde van de kapitaaleisenverordening beperkingen stellen aan de (grensoverschrijdende) overdracht van liquiditeit binnen bankengroepen, inclusief het stellen van beperkingen aan de overheveling van via deposito's aangetrokken financiering.

De gebeurtenissen tijdens de financiële crisis en de toenemende aandacht voor de afwikkelbaarheid van banken hebben in heel Europa tot een scherpere blik op de risico's van grensoverschrijdende liquiditeitsverhoudingen binnen bankengroepen geleid. Hierdoor zijn in Europa binnen de kaders van CRD-IV door diverse toezichthouders nieuwe of aanvullende eisen gesteld aan dochters en bijkantoren van grensoverschrijdende banken. Dit heeft in verschillende gevallen geleid tot beperkingen aan de overdracht van liquiditeit tussen groepsentiteiten in verschillende landen. Ook Nederlandse banken met dochters en/of bijkantoren in andere EU-lidstaten hebben hier mee te maken.

Vraag 4

Bent u er voorstander van dat banken hun kredieten (activa) in het ene land tot op zekere hoogte met deposito’s (passiva) uit andere landen kunnen financieren? Zo ja, wat wilt u doen om dit te bevorderen en om beperkingen van het vrije verkeer van kapitaal, zoals opgelegd door de Duitse toezichthouder, zoveel mogelijk tegen te gaan?

Antwoord 4

Ik onderschrijf het belang van het waarborgen van een gepast evenwicht tussen de vrije overdracht van liquiditeit tussen groepsentiteiten uit verschillende (EU-)landen en het adequaat kunnen adresseren van de risico’s die met deze overdrachten gepaard kunnen gaan. Dit is ook één van de doelstellingen van de bankenunie. Mij is overigens niet bekend dat de Duitse toezichthouder eisen zou stellen die niet in lijn zijn met de afspraken uit CRD IV.

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven van de verhoudingen tussen binnenlandse kredieten en leningen (de loan-to-depositratio) in Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Italië, Nederland en de Eurozone als geheel en de rentes die banken in die landen rekenen aan niet-financiële bedrijven op leningen tot 1 miljoen euro?

Antwoord 5

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de loan-to-deposit ratio’s en gemiddelde rentes op leningen aan niet-financiële bedrijven in Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Italië, Nederland en de eurozone.2

Tabel 1

Land

Loan-to-deposit ratio (eind 2012)1

Rente op nieuwe leningen (< EUR 1 mln) aan niet-financiële bedrijven (oktober 2013)2

Italië

135,2

4,49

Frankrijk

126,5

2,88

Nederland

183,0

3,61

Spanje

166,3

5,08

België

81,2

2,22

Duitsland

101,4

2,99

Eurozone (gem.)

140,4

3,83

Bron: DNB en ECB

X Noot
1

DNB, Overzicht Financiële Stabiliteit voorjaar 2013, cijferreeksen, grafiek 13.

X Noot
2

ECB, Statistical Data Warehouse.

Vraag 6

Kunnen de beperkingen om buitenlandse deposito’s te gebruiken voor kredietverlening in Nederland een negatief effect hebben op de rentes die Nederlandse banken aan Nederlandse bedrijven en consumenten vragen, temeer daar Nederland te maken heeft met een funding gap? Kunt u een inschatting geven van dit mogelijke negatieve effect?

Antwoord 6

Een negatief effect van dergelijke beperkingen, op de hoogte van de rente op nieuwe leningen aan niet-financiële bedrijven in Nederland kan niet worden uitgesloten. Het is niet goed mogelijk om een inschatting te maken van de omvang hiervan. Wel is het aannemelijk dat de hoogte van deze rente, die overigens onder het eurozone gemiddelde ligt, in sterke mate samenhangt met het huidige economische klimaat in Nederland en daarmee samenhangend het toegenomen kredietrisico, en de sterke afhankelijkheid van Nederlandse banken van marktfinanciering. Dit laatste leidt tot hogere herfinancieringkosten en -risico’s voor leningen met een lange looptijd, waaronder leningen aan het midden- en kleinbedrijf.

Vraag 7

Kan de eis van toezichthouders om deposito’s in het eigen land te houden ook leiden tot overkreditering in dat land? Zijn hier in Europa voorbeelden van?

Antwoord 7

Of een dergelijke eis tot meer (en/of goedkopere) kredietverlening leidt is eveneens zeer moeilijk in te schatten. Dit zou afhankelijk zijn van verschillende factoren, waaronder de economische situatie en daarmee samenhangend het kredietrisico in een land. Op dit moment is als gevolg van de conjuncturele ontwikkeling in vrijwel de gehele eurozone een terugloop van de (groei van de) kredietverlening zichtbaar. Bovendien zijn er in de eurozone, op België na, geen landen waar de hoogte van de deposito’s boven die van de uitstaande leningen uitkomt. In al deze landen is voor het verlenen van krediet dus ook marktfinanciering nodig.

Vraag 8

Zal de Nederlandse regering zich ervoor inzetten om de financiële fragmentatie van het Europese bankenlandschap, waarbij deposito’s in het ene land van de nationale toezichthouder niet langer mogen worden ingezet voor kredietverlening in een ander land, tegen te gaan? Bent u bereid om dit probleem bij uw Europese collega’s aan te kaarten? Welke stappen wilt u in dit kader nemen?

Antwoord 8

Voor het functioneren van de monetaire unie is het essentieel dat het vrij verkeer van kapitaal wordt gewaarborgd. Het is zaak dat financiële fragmentatie, zoals deze in verschillende verschijningsvormen sinds de eurocrisis zichtbaar is geworden, ook wordt teruggedrongen. Nieuwe verplichtingen die voortvloeien uit het Europese kapitaaleisenraamwerk CRDIV ten aanzien van Colleges of Supervisors dragen bij aan tegengaan van financiële fragmentatie, omdat de betreffende nationale toezichthouders hierbinnen het toezicht op grensoverschrijdende banken in de EU moeten coördineren. Ook liquiditeitsvraagstukken kunnen hierbij aan bod komen.

Daarnaast wordt op dit moment gewerkt aan de oprichting van een bankenunie, wat ook zal bijdragen aan het tegengaan van financiële fragmentatie. Met de komst van het Europese toezichtmechanisme, dat in november 2014 gepland staat in werking te treden, is het aannemelijk dat de beslissing ten aanzien van het opleggen van liquiditeitseisen op geconsolideerd en individueel niveau verder geharmoniseerd zal worden binnen de eurozone. In den brede is de verwachting dat de ECB, in haar nieuwe rol als toezichthouder op grote en grensoverschrijdende Europese banken, meer nadruk zal willen leggen op uniformiteit bij het toepassen van het kapitaaleisenraamwerk. Deze ontwikkeling ondersteun ik van harte. Ook wordt dit jaar een Asset Quality Review uitgevoerd die onder meer moet resulteren in een verbetering van het algemene financieringsklimaat in Europa, waarvan ook Nederlandse banken zullen kunnen profiteren door goedkopere marktfinanciering en lagere herfinancieringsrisico’s.


X Noot
2

Het betreft hier de rente op nieuwe leningen, kleiner dan 1 miljoen euro, aan niet-financiële bedrijven in oktober 2013, van alle looptijden. Niet meegenomen in de definitie zijn creditcardschulden, roodstand op deposito’s en doorlopend krediet.

Naar boven