Vragen van de leden Van Weyenberg en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over het artikel «Asscher ziet wel iets in boud plan Cameron» (ingezonden 6 december 2013).

Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 8 januari 2013).

Vraag 1

Wat vindt u van het plan van de Britse premier Cameron om vrij verkeer van personen voor nieuwe EU-toetreders niet te laten gelden totdat zij een bepaald economisch niveau hebben bereikt? Klopt het dat dit plan door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid «potentieel interessant» is genoemd? Wat is het kabinetsstandpunt op dit onderwerp?1

Antwoord 1

Het voorstel van Premier Cameron om een koppeling te leggen tussen het openstellen van de grenzen voor werknemers uit nieuw toetredende landen en het economisch niveau van die landen is, naar de mening van het kabinet, een potentieel interessante bijdrage aan de discussie over hoe het draagvlak voor het vrij verkeer van werknemers kan worden versterkt. De ervaringen van de afgelopen jaren met arbeidsmigranten uit de nieuwe lidstaten laten immers zien dat het vrij verkeer van werknemers ook schaduwkanten heeft. Werknemers uit lidstaten met een lager welvaartsniveau zijn eerder bereid genoegen te nemen met slechtere arbeidsvoorwaarden dan waar ze recht op hebben. Dit maakt hen vatbaar voor uitbuiting door werkgevers. Deze ervaringen zullen een rol spelen in de onderhandelingen met nieuwe kandidaat-lidstaten.

Om ook op korte termijn het draagvlak voor het vrij verkeer van werknemers te versterken, vraagt het kabinet in EU-verband aandacht voor deze schaduwkanten van het vrij verkeer van werknemers. De prioriteit hierbij ligt bij de aanpak van oneerlijke concurrentie door middel van schijnconstructies. De Handhavingsrichtlijn, waarover de lidstaten op 9 december een akkoord hebben bereikt, levert hieraan een belangrijke bijdrage.

Vraag 2

Welke implicaties zou dit voorstel hebben voor het vrij verkeer van Nederlanders naar de nieuwe toetreders? Zouden de belemmeringen voor het vrij verkeer wederkerig zijn?

Antwoord 2

Of de mogelijkheid tot wederkerigheid ook in de toetredingsverdragen met nieuwe toetreders wordt opgenomen, hangt af van de onderhandelingen met deze landen, hetgeen voorlopig nog niet aan de orde is.

Vraag 3

Vindt u ook dat dit voorstel op z’n minst op gespannen voet staat met één van de belangrijkste pijlers van de Europese Unie, namelijk het vrij verkeer van personen?

Antwoord 3

Zolang het uitgangspunt een volledig vrij verkeer van werknemers is, net als nu het geval is, is er geen sprake van spanning met het vrij verkeer van personen. Zoals ook blijkt uit de meest recente toetredingen, kan in toetredingsonderhandelingen een overgangsperiode worden afgesproken waarin nog beperkingen gelden op het vrij verkeer.


X Noot
1

Het financieele dagblad, «Ascher ziet wel iets in boud plan Cameron», 28 november 2013

Naar boven