Vragen van het lid Bashir (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over gevaar door uitschakeling van verlichting op snelwegen (ingezonden 15 november 2013).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 23 december 2013)

Vraag 1

Welke norm hanteert u momenteel om verlichting op de snelwegen al dan niet uit te schakelen en in hoeverre neemt u hierin de verkeersdrukte mee?

Antwoord 1

De verlichting blijft aan in het donker op de drukste momenten van de dag, in de spits. Voor de intensiteiten heb ik geen absolute norm gehanteerd. Om tegemoet te komen aan de reacties uit de samenleving heb ik het verlichtingsregime heroverwogen en wordt de verlichting tussen 23:00 uur en 05:00 uur uitgeschakeld op alle wegen of gedeelten daarvan die binnen deze maatregel vallen. Tussen 21:00 en 23:00 uur blijft daarmee de verlichting aan. Bij rijtaakverzwarende omstandigheden, zoals in tunnels of bij scherpe bochten, blijft de verlichting ook aan. Begin 2014 zal het regime hierop worden aangepast.

Tijdens wegwerkzaamheden en ingeval van calamiteiten wordt de verlichting tijdelijk ingeschakeld. Op een deel van de wegen gaat dit nu al via de verkeerscentrale, voor het andere deel wordt inschakeling via de verkeerscentrale in 2014 gerealiseerd.

Vraag 2

In hoeverre heeft u de mogelijke stijging van het aantal ongelukken (met in het ergste geval zwaargewonden of doden tot gevolg) meegenomen in uw besluit om verlichting op snelwegen uit te schakelen? Kunt u dit antwoord toelichten?

Antwoord 2

Met de aanpassing van het regime worden de eerder gemelde effecten1 bijgesteld en resteert geen aantoonbaar effect op de verkeersveiligheid.

Vraag 3

Wat is de reden dat u momenteel afwijkt van eerder onderzoek van Rijkswaterstaat, dat aangeeft dat pas bij minder dan 100 auto’s per rijstrook per uur de verlichting zonder gevolgen voor de verkeersveiligheid uit kan worden geschakeld?2 Bent u bereid u aan deze normen te houden en de lampen bij drukte aan te houden?

Antwoord 3

Er wordt niet afgeweken van de bevindingen in het bedoelde onderzoek. Het onderzoek waaraan u refereert, is alleen gebruikt om de te verwachten effecten op de verkeersveiligheid te berekenen, niet om normen aan te ontlenen.

Vraag 4

Vindt u het verstandig dat de verlichting op snelwegen ook uitgeschakeld wordt bij slecht weer, zoals zware regenval? Zo nee, bent u bereid dit beleid aan te passen?

Antwoord 4

Slecht weer is geen criterium voor het inschakelen van de verlichting. Op basis van de ervaringen tot nog toe met het uitschakelen van de verlichting gedurende de nachtelijke uren is er geen aanleiding om mijn beleid op dit punt aan te passen. Bij het bovenstaande past de kanttekening dat zowel de omvang als de tijdsduur van de maatregelen te kort was om hier definitieve conclusies aan te verbinden. De aankomende tijd wordt verder gemonitord hoe de verkeersveiligheid zich ontwikkelt.

Vraag 5

Waarom heeft u niet aan innovatievere oplossingen gedacht, zoals bij meer verkeer meer licht? Of lampen die pas aan gaan bij naderend verkeer?3

Antwoord 5

Voor een deel van de rijkswegen geldt, dat de door u bedoelde innovatieve oplossing «meer verkeer, meer licht» sinds 2004 al is aangebracht. Vanwege de hoge (aanleg)kosten wordt dit niet verder uitgebreid. De oplossing «lampen aan bij naderend verkeer» is niet gewenst, omdat de investeringkosten zeer hoog zijn en door continue in – en uitschakelende verlichting er een te onrustig beeld voor de omgeving (bewoners en natuurgebieden) ontstaat.


X Noot
1

bijlage 5 bij de Rijksbegroting 2013 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400 A, nr. 2)

X Noot
2

Donkere snelweg wel gevaarlijk, de Volkskrant, donderdag 14 november 2013.

Naar boven