Vragen van de leden Pia Dijkstra en Berndsen-Jansen (beiden D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat homostellen hun kind niet kunnen erkennen (ingezonden 13 december 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 20 december 2013)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat homostellen hun ongeboren kind niet kunnen erkennen?1

Antwoord 1

Van dit bericht heb ik kennisgenomen. In artikel 204 lid 1, aanhef en onder e, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek staat het volgende:

«De erkenning is nietig, indien zij is gedaan:

  • e. door een op het tijdstip van de erkenning met een andere vrouw gehuwd man, tenzij de rechtbank heeft vastgesteld dat aannemelijk is dat tussen de man en de moeder een band bestaat of heeft bestaan die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen of dat tussen de man en het kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat».

Deze nietigheidsgrond geldt op grond van de wettekst enkel voor de met een andere vrouw dan de moeder gehuwde man, en niet voor de met een man gehuwde man. Het artikellid is ongewijzigd gebleven, ook nadat het huwelijk is opengesteld voor paren van gelijk geslacht. Er is vanuit het oogpunt van gelijke behandeling evenwel geen goede reden om de met een andere vrouw dan de moeder gehuwde man een andere positie te blijven laten innemen dan de met een man gehuwde man. Op grond van de wet van 27 november 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap (Stb. 486) komt voornoemd artikelonderdeel daarom te vervallen. Het streven is deze wet op 1 april 2014 in werking te doen treden.

Vraag 2

Klopt het dat, als gevolg van een verschillende interpretatie van artikel 1:204 lid 1 sub e BW, de erkenning van een getrouwde homoman van zijn biologisch ongeboren kind verwekt bij een ongetrouwde vrouw per gemeente verschilt, waardoor in sommige gemeenten erkenning wel mogelijk is en in andere gemeenten niet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven in welke steden er wel sprake is van erkenning op de voorgestelde wijze en in welke niet?

Antwoord 2

Het is aan de gemeenten om de wet in het concrete geval toe te passen. Ik heb daarbij geen betrokkenheid. Ik beschik niet over gegevens waaruit blijkt in welke gemeenten de erkenning wel mogelijk is, en in welke niet. Daar komt bij dat niet iedere gemeente te maken zal hebben gehad met een casus vergelijkbaar met die welke zich thans in de Gemeente Amsterdam voordoet. De in mijn antwoord op vraag 1 vermelde wetswijziging maakt een einde aan eventuele onduidelijkheid over de wetsuitleg.

Vraag 3 en 4

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er sprake is van rechtsongelijkheid op het gebied van het erkennen van een ongeboren kind?

Deelt u de mening dat een man die met een andere man getrouwd is, een ongeboren kind zou moeten kunnen erkennen van een ongetrouwde vrouw waarbij hij dit kind heeft verwekt? Zo ja, bent u bereid de mogelijke verwarring bij de gemeenten weg te nemen dan wel de wet op dit punt te verduidelijken, zo dit niet al gebeurt?

Antwoorden 3 en 4

Ja, zie hiervoor het antwoord op vraag 1.


X Noot
1

AT5, «Homostellen kunnen kind niet erkennen», 8 december 2013

Naar boven