Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over het bericht dat de verklaring euthanasie jaarlijks verlengd moet worden (ingezonden
20 november 2013).
Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 december
2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 750
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de verklaring euthanasie jaarlijks verlengd
moet worden?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het voorstel om de geldigheid van een schriftelijke wilsverklaring
voor euthanasie te beperken met een geldigheidstermijn van maximaal twee jaar?
Antwoord 2
Over dit onderwerp is tijdens de behandeling van de Euthanasiewet uitgebreid gesproken.
De wetgever heeft destijds aan de schriftelijke wilsverklaring geen geldigheidstermijn
willen stellen omdat elke gestelde geldigheidsduur «hardheidsdiscussies zal oproepen
bij gevallen waarin de wilsverklaring net buiten de termijn valt». Ik zie op dit moment
geen aanleiding om hiervan af te wijken.
Vraag 3
In hoeveel van de 42 meldingen van euthanasie of hulp bij zelfdoding bij demente patiënten
bij de Regionale toetsingscommissie euthanasie in 2012 was er sprake van een beginstadium
van euthanasie, waarbij nog niet echt sprake was van ondraaglijk lijden?
Antwoord 3
In 2012 was er bij 41 meldingen van euthanasie of hulp bij zelfdoding bij de Regionale
toetsingscommissies euthanasie sprake van een patiënt die zich in het beginstadium
van dementie bevond. Bij één melding, die ook is opgenomen in het jaarverslag, was
sprake van gevorderde dementie.
Overigens ben ik het niet met u eens dat er in het beginstadium van dementie geen
sprake kan zijn van ondraaglijk lijden. Zoals de oordelen van de Regionale toetsingscommissies
euthanasie laten zien, kan in geval van dementie in een beginstadium wel degelijk
sprake zijn van ondraaglijk lijden.
Vraag 4, 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat er door arts en patiënt tijdens het ziekteproces regelmatig
over de wilsverklaring gesproken dient te worden, en dat dit ook schriftelijk vastgelegd
dient te worden? Zo ja, hoe kan het geregeld bespreken van de wensen van de dementerende
patiënt over het eigen levenseinde met de arts gestimuleerd worden?
Bent u van mening dat een jaarlijkse verlenging van de verklaring euthanasie de arts
meer houvast geeft voor het geval een patiënt zijn wil niet meer kan uiten? Zo ja,
op welke wijze kan het beste uitvoering gegeven worden aan het voorstel om de wens
tot euthanasie jaarlijks met de arts te bespreken en te verlengen? Zo nee, waarom
niet?
Bent u bereid dit voorstel te laten beoordelen door de gezamenlijke werkgroep van
uw Ministerie en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
(KNMG), die momenteel bezig is met het opstellen van een handreiking waarmee, gegeven
de geldende wet- en regelgeving, meer duidelijkheid op dit punt geboden kan worden?
Zo nee, waarom niet?
Binnen welke termijn zal de handreiking van deze werkgroep beschikbaar komen?
Antwoord 4, 5, 6 en 7
Het is zeer invoelbaar dat een (meermalen) geactualiseerde wilsverklaring de arts
helpt om tot de overtuiging te komen dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen
verzoek. Zeker wanneer de schriftelijke wilsverklaring niet eerder met de arts is
besproken. Ik wil echter op dit moment niet zo ver gaan een geldigheidsduur te formuleren.
Ik zie het in eerste aanleg als de verantwoordelijkheid van de patiënt om de schriftelijke
wilsverklaring met de arts te bespreken en hiertoe het initiatief te nemen.
Zoals u weet buigt een werkgroep zich op dit moment over de betekenis van de schriftelijke
wilsverklaring bij euthanasie. Binnen deze werkgroep is uiteraard ook aandacht voor
het actualiseren van de wilsverklaring en het bespreken ervan met de arts. U wordt
geïnformeerd over de stand van zaken van deze werkgroep vóór het algemeen overleg
met uw Kamer op 19 december a.s.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Euthanasie op 19 december
2013?
X Noot
1Trouw, «Verklaring euthanasie moet jaarlijks verlengd worden» en «Maak wilsverklaring
op papier beperkt houdbaar», 19 november 2013.