Vragen van de leden Berndsen-Jansen en PiaDijkstra (beiden D66) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over politie-inzet bij voetbalwedstrijden (ingezonden 15 november 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 december 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 734.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Wedstrijden Feyenoord vergen meeste politie-inzet»?1

Antwoord vraag 1:

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de inzet van 281.552 manuren politie (circa 1.750 agenten) in het seizoen 2012–2013 hoog is? Hoe verhoudt dit zich tot de inzet van politie bij vergelijkbare evenementen?

Antwoord vraag 2:

Over de afgelopen jaren is de politie-inzet in de voetbalstadions afgenomen. Clubs zijn verantwoordelijk voor de veiligheid binnen de stadions. De politie zet in op handhaving van de openbare orde en opsporing buiten het stadion. Dit beleid heeft de afgelopen jaren ieder voetbalseizoen geresulteerd in een daling van de voetbalgerelateerde inzet van politiepersoneel. Deze daling betreft 5 procent ten opzichte van het afgelopen seizoen en 15 procent ten opzichte van drie seizoenen eerder.

Vraag 3

Staat deze inzet van politiecapaciteit in verhouding tot andere lokale prioriteiten?

Antwoord vraag 3:

Die afweging wordt op lokaal niveau gemaakt door het lokaal gezag, dat zeggenschap heeft over de inzet van politie.

Vraag 4

Welke preventieve maatregelen gaat u nemen waardoor de behoefte aan politie-inzet bij voetbalwedstrijden verder kan worden verlaagd?

Antwoord vraag 4:

De stevige aanpak van voetbalgeweld moet er voor zorgen dat de inzet van politie bij het betaald voetbal zo minimaal mogelijk is. Deze aanpak komt tot stand door een intensieve samenwerking tussen de overheid op landelijk en lokaal niveau, politie, KNVB en betaald voetbalorganisaties. Ik verwijs hiervoor naar het Kader voor beleid Voetbal en Veiligheid (Kamerstukken II, vergaderjaar 2010–2011, 25 232, nr. 57) en het Landelijk actieplan Voetbal en Veiligheid (Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 25 232, nr. 60).

Door de intensieve samenwerking tussen genoemde actoren is de veiligheid rondom het Nederlands betaald voetbal toegenomen. Er is sprake van een daling van het aantal incidenten, een gestage afname van het aantal hoog risicowedstrijden en een al jaren dalende politie-inzet.

De KNVB en de betaald voetbalorganisaties zorgen voor een verdere professionalisering van de stewardorganisatie, een integraal opleidingspakket voor politie en stadionmanagement, investeren in technische maatregelen (waaronder beter cameratoezicht), doen aan risicobeperking (door bijvoorbeeld strikte naleving van de aanbevelingen naar aanleiding van de metingen van het Auditteam Voetbal en Veiligheid door alle ketenpartners), nemen infrastructurele maatregelen, zorgen voor de veiligheid in en de directe omgeving van het stadion(terrein) via stewards en verkeersregelaars en betrekken supporters om tot breed gedragen (veiligheids)beleid te komen.

Naar boven