Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over medicijngebruik bij de politie (ingezonden 22 november 2013).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 december 2013).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat veel politiemensen sufmakers slikken gedurende werktijd?1

Vraag 2

In hoeverre heeft u goed zicht op medicijngebruik bij de politie? Klopt het dat zo’n 4000 agenten kampen met symptomen van een posttraumatische stress stoornis (PTSS) en dat 1000 agenten van die groep anti-depressivapillen en slaapmiddelen slikken?

Vraag 3

Is bij de leiding op de werkvloer bekend welke agenten medicijnen slikken die van invloed kunnen zijn op de werkzaamheden? Zo ja, hoe wordt dit bijgehouden? Zo nee, waarom niet en hoe gaat u ervoor zorgen dat hier beter zicht op komt?

Vraag 4

Worden agenten die medicijnen slikken ingezet voor werkzaamheden waar dit een gevaar voor henzelf of omstanders kan opleveren, bijvoorbeeld in de nooddienst? Zo ja, waarom, welke risico’s brengt dit met zich mee en acht u dit acceptabel? Zo nee, waar worden deze agenten binnen de politie dan aan het werk gezet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat agenten met verschijnselen van PTSS snel geholpen moeten worden? Zo ja, hoe gaat u uw aanpak van PTSS versterken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Kunt u aangeven hoe het meldpunt PTSS momenteel functioneert? Hoeveel zaken heeft het nu in behandeling en hoeveel zaken wachten nog op behandeling?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kooiman (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over medicijngebruik bij de politie (ingezonden 22 november 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Metro, 21 november 2013

Naar boven