Vragen van de leden Remco Dijkstra en Litjens (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het feit dat een mega-biovergister in Foxhol niet doorgaat (ingezonden 1 oktober 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 10 december 2013)

Vraag 1

Kent u het artikel «Streep door mega-biovergister Foxhol»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat werkgelegenheid juist in regio’s als deze met relatief hoge werkloosheid extra welkom is?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3, 4 en 5

Klopt het dat de biovergister door een onbedoeld bijeffect van wetgeving niet kan worden gerealiseerd? Zo ja, om welk bijeffect van welke wet gaat het?

Hoe beoordeelt u de ontstane situatie en wat valt er nog aan te doen?

Bent u bereid om hier actie op te ondernemen richting betrokken instanties? Zo ja, welke?

Antwoord 3, 4 en 5

In dit geval gaat het hier om de toepassing van de geluid- en r.o. wetgeving, samen met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze wetten is – ook op verzoek van de Kamer – bij de andere overheden gelegd. Het Rijk en daarmee ikzelf hebben geen enkele formele rol meer in de procedures voor de vergunning-verlening, inclusief die voor vergistinginstallaties.

Wat ik wel kon doen was informatie vragen bij de provincie Groningen. Dat is ook gebeurd. Kenmerk van de situatie blijkt dat de provincie zich baseert op de Wet ruimtelijke ordening en de Wet geluidhinder. Op basis daarvan is een ontwerp-besluit tot weigering van de vergunning ter inspraak voorgelegd. De inspraaktermijn liep tot 13 november. De provincie heeft enkele reacties ontvangen en zal nu een besluit moeten nemen.

Het is mij niet mogelijk in deze casus een formele rol en verantwoordelijkheid te nemen. Die ligt enkel en alleen bij de provincie Groningen. Het is daarmee de verantwoordelijkheid van de provincie om uitvoering te geven aan de bovengenoemde wetgeving. Dat hebben zij gedaan, en het is niet aan mij om daar een oordeel over te hebben. Wanneer andere partijen het er niet mee eens zijn, kunnen zij inspreken, beroep aantekenen en/of naar de rechter gaan. Uiteindelijk is het aan de rechter om een oordeel te geven.


X Noot
1

Dagblad van het Noorden, 25 september 2013

Naar boven