Vragen van het lid De Graaf (PVV) aan de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «Dode door brand in windmolen in Ooltgensplaat» en «Tweede dode bij brand windmolen Ooltgensplaat» (ingezonden 4 november 2013).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 27 november 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten «Dode door brand in windmolen in Ooltgensplaat» en «Tweede dode bij brand windmolen Ooltgensplaat»?1 2

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Klopt het dat het regionale brandweercorps niet voldoende was toegerust om een brand op deze hoogte te blussen, waardoor de brandweer uit Rotterdam te hulp moest schieten? Zo ja, hoe beoordeelt u het feit dat de meeste bestaande windturbines in Nederland, maar ook de nog geplande windturbines op land, voor het grootste gedeelte in gebieden (komen te) staan met een vergelijkbare brandweercapaciteit als die in Ooltgensplaat?

Antwoord 2

De regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond (onderdeel van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond waar Ooltgensplaat deel van uitmaakt) geeft aan, in zijn algemeenheid voldoende toegerust te zijn om branden op hoogte te bestrijden.

De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond stelt een onderzoek in naar de brand van de windturbine in Ooltgensplaat. Dit onderzoek is met name gericht op de oorzaak en het verloop van de brand en op de repressieve mogelijkheden voor de brandweerinzet. Nadat de resultaten uit de onderzoeken bekend zijn kan een oordeel gegeven worden over de repressieve mogelijkheden van de brandweer bij windmolenbranden.

Vraag 3

In hoeverre wordt er bij de afgifte van een omgevingsvergunning betreffende windturbines rekening gehouden met de hoogte waarop een turbinebrand kan plaatsvinden?

Antwoord 3

Hiermee houdt de gemeente bij de afgifte van een omgevingsvergunning rekening. De combinatie van een turbinebrand en de hoogte van een dergelijke brand kan risico’s voor de omgeving met zich meebrengen. Bijvoorbeeld door het omvallen van een turbine of een wiekbreuk als gevolg van een brand.

Vraag 4

Zijn er in de betreffende veiligheidsregio’s calamiteitenplannen beschikbaar waarin rekening wordt gehouden met brand op (grote) hoogte in windturbines en het redden van eventueel aanwezige mensen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

De Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond geeft aan dat deze calamiteitenplannen specifiek geënt op windturbines niet aanwezig zijn. De brandweer past de algemene instructies en middelen toe voor het werken op hoogte. Ook kan zij specialistische brandweerhoogtereddingsteams inzetten. Deze zijn op vier plaatsen in Nederland (waaronder Rotterdam) aanwezig en kunnen (als bijstand) in alle veiligheidsregio’s ingezet worden.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Paulus Jansen (SP), ingezonden 31 oktober 2013 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 611)

Naar boven