Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat steeds meer jongeren
gratis stage lopen (ingezonden 16 augustus 2013).
Antwoord van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 24 september 2013)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Gratis stagiair (m/v) zoekt plek»?1
Antwoord 1
Ik verwijs u daarvoor graag naar de antwoorden op de onderstaande vragen.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de opmerking van de voorzitter van FNV Jong dat door het aannemen
van gratis stages schijnwerkloosheid gecreëerd wordt? Betekent dit dat het echte werkloosheidspercentage
onder jongeren nog hoger is dan 17%?
Antwoord 2
Het is bekend dat het werkzoekenden momenteel extra moeite kost om een geschikte baan
te bemachtigen. Voor pas afgestudeerde jongeren zonder werkervaring geldt dat nadrukkelijker.
Bezien vanuit dat perspectief is het denkbaar dat deze jongeren alternatieve oplossingen
aangrijpen om werkervaring op te doen, hun kennis actueel en op peil te houden en
daarmee fit te blijven voor de arbeidsmarkt. Er zijn ook jongeren die in plaats van
een onbetaalde stage, vrijwilligerswerk verrichten om werkervaring op te doen. Ook
vrijwilligerswerk is onbetaald. Veel jongeren die deze stages aannemen geven ook aan
dat zij hiermee hun uiterste best doen om zo min mogelijk een beroep te doen op een
bijstandsuitkering.
Organisaties en bedrijven zijn niet verplicht om een stagevergoeding te betalen. Meestal
wordt het echter wel gedaan, zeker bij grotere organisaties. De gemiddelde stagevergoeding
van een tweede- en derdejaars hbo-student ligt daarbij tussen € 136 tot € 227 bruto
per maand, voor een afstudeerstage op hbo-niveau tussen € 227 tot € 363 bruto per
maand, en op academisch niveau tussen € 227 tot € 454 bruto per maand.
Voor het werkloosheidspercentage onder jongeren maakt een eventuele verschuiving van
stageplekken voor studenten naar stageplekken voor afgestudeerde jongeren in principe
geen verschil. Een mogelijk hogere werkloosheid onder studenten als gevolg van een
verminderd aantal stageplekken, kan worden weggestreept tegen een lagere werkloosheid
onder afgestudeerde jongeren als gevolg van een grotere (stage)werkgelegenheid voor
hen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat onbetaalde stages voor reeds afgestudeerde jongeren zorgen voor
oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt, waardoor er verdringing ontstaat? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Er is geen sprake van verdringing omdat het doorgaans gaat om additionele plaatsen.
Deze plekken komen niet tot stand als de werkgever geen stagiair heeft.
Vraag 4
Kunt u motiveren waarom werkgevers reeds afgestudeerde jongeren die een onbetaalde
stage lopen niet het wettelijk minimumloon hoeven uit te betalen? Zo nee, wat gaat
u eraan doen om te zorgen dat iedere werkgever zijn werknemers minimaal het wettelijk
minimumloon uitbetaalt?
Antwoord 4
Voor het verrichten van een stage is het van essentieel belang dat een stagiair zich
duidelijk onderscheidt van een «gewone werknemer». De werkzaamheden van een gewone
werknemer zijn hoofdzakelijk van productieve aard, gericht op het maken van omzet,
winst of het behalen van doelen (etc.). Bij een stagiair staat het leeraspect centraal.
Als er sprake is van een stage is betaling van het minimumloon niet vereist. Er is
evenmin een verplichting om de stagiair een vergoeding te betalen in het kader van
een stage-overeenkomst en er geldt dat uitsluitend een vergoeding moet worden betaald
als dit opgenomen is in de cao waaronder de betrokkene valt.
Vraag 5
Deelt u de mening van de voorzitter van FNV Jong dat bedrijven die geen vergoeding
betalen aan afgestudeerde jongeren aangepakt moeten worden? Zo ja, wat houdt het aanpakken
precies in? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals hierboven wordt toegelicht zijn organisaties en bedrijven niet verplicht een
stagevergoeding te betalen en is betaling van het minimumloon niet vereist.
Vraag 6
Deelt u de zorgen van de Landelijke Studenten Vakbond dat door de vele onbetaalde
stages jongeren die nog bezig zijn met hun opleiding meer moeite hebben met het vinden
van een stageplek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik begrijp de zorgen omtrent studenten die nog in opleiding zijn en hierdoor mogelijk
meer moeite hebben om een stageplek te vinden. Ik vind het daarom positief dat de
stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) sinds januari 2013 het
succesvolle stage- en leerbanenoffensief heeft geïntensiveerd. Mirjam Sterk, Ambassadeur
Aanpak jeugdwerkloosheid, en de SBB trekken sinds kort samen op om het offensief nog
meer aandacht te geven. Scholen zijn opgeroepen stagetekorten te melden via het Meldpunt
stagetekorten, waardoor knelpunten inzichtelijk zijn en worden aangepakt.
X Noot
1Spits, 15 augustus 2013