Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over notarissen die uitbuiting van hun cliënten moeten melden (ingezonden 4 oktober 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 18 november 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 429

Vraag 1

Kent u de berichten «Notaris wil af van absoluut beroepsgeheim», «Achterneef steelt fortuin van bejaarde» en herinnert u zich eerdere vragen over de rol van de notaris bij oplichting van Alzheimerpatiënten 1 2 3

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre kan het beroepsgeheim notarissen hinderen bij het melden van (vermoedens van) strafbare feiten?

Antwoord 2

Het beroepsgeheim is bedoeld om een vertrouwensband te scheppen tussen de notaris en zijn cliënten. De notaris zal in beginsel vertrouwelijke informatie die hij van cliënten krijgt niet mogen onthullen, ook niet tegenover opsporingsinstanties. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de notaris meewerkt aan of gebruikt wordt voor malafide transacties (een notariële akte passeert inzake een transactie waarvan hij weet dat die niet deugt) en zijn geheimhoudingsplicht inzet om dergelijke transacties aan het zicht te onttrekken. Een notaris die dat wel doet overtreedt de Wet op het notarisambt. Die wet schrijft hem namelijk in artikel 21 voor om zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij een andere gegronde redenen voor weigering heeft.

De verschoningsgerechtigde bepaalt in beginsel zelf welke toevertrouwde informatie onder zijn geheimhoudingsplicht valt en dient in beginsel zelf de belangenafweging te maken of hij van het hem toekomende verschoningsrecht gebruik maakt. Of een verschoningsgerechtigde een terecht beroep doet op het verschoningsrecht is aan het oordeel van de rechter. Dit moet per document worden afgewogen. Overigens is een notaris gehouden binnen de wettelijke grenzen te opereren indien hij overgaat tot het verstrekken van informatie. Een schending van de geheimhoudingsplicht door de notaris kan een overtreding van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht betekenen.

Uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht dienen bij wet te zijn geregeld. Zo is sinds de invoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht voor specifieke gevallen wettelijk ingeperkt. Notarissen hebben op grond van de WWFT de plicht om ongebruikelijke transacties waarbij sprake is van een vermoeden van witwassen of financieren van terrorisme te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Met ingang van 1 januari 2012 is in artikel 25 lid 9 van de Wet op het notarisambt (Wna) een beperkte informatieplicht voor de notaris opgenomen, die inhoudt dat een notaris onder bepaalde voorwaarden verplicht is om in het kader van een strafrechtelijk onderzoek de door een opsporingsambtenaar, een officier van justitie of een rechter-commissaris gevorderde gegevens te verstrekken met betrekking tot zijn derdengeldenrekening.

Vraag 3

Deelt u de mening dat ook notarissen zich niet achter hun verschoningsrecht mogen verschuilen als het gaat om het melden van uitbuiting of financieel misbruik? Zo ja, hoe gaat u stimuleren dat notarissen een verplichte meldcode dan wel een meldplicht krijgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik vind het belangrijk dat notarissen conform hun beroepscode en wettelijke verplichtingen hun beroep uitoefenen. Daarnaast neemt de beroepsgroep het probleem van financieel misbruik van ouderen zeer serieus, gelet op het feit dat de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zelf contact heeft gezocht met mijn ministerie om dit probleem gezamenlijk aan te pakken. Notarissen kunnen, hoewel niet wettelijk verplicht, werken met een meldcode. De KNB heeft, gebaseerd op deze meldcode, een stappenplan ontwikkeld voor notarissen over wat zij kunnen doen bij constatering of vermoeden van financieel misbruik. In zeven pilots «voorkomen van financiële uitbuiting» in het kader van het Actieplan «Ouderen in veilige handen» gaan onder regie van de betreffende gemeenten (Almere, Den Bosch, Ede, Gouda, Groningen, Haarlem en Rotterdam) verschillende partijen, waaronder de notarissen, met elkaar samenwerken om financieel misbruik aan te pakken. Uit de resultaten en ervaringen van deze pilots moet duidelijk worden of er nog verdere stimulansen of maatregelen nodig zijn. De pilots worden eind 2014 afgerond.

Vraag 4

Zijn u tuchtmaatregelen bekend tegen notarissen die grove fouten hebben gemaakt bij bijvoorbeeld het opmaken van een testament of huwelijkse voorwaarden waardoor cliënten zijn benadeeld? Zo ja, kunt u daar voorbeelden van geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Twee voorbeelden van gegrond verklaarde klachten zijn de uitspraken van het Hof Amsterdam (Notariskamer) van 8 februari 2007 (LJN AZ8646) en 18 januari 2011 (LJN BP8007).

Vraag 5

Kan een notaris dermate verwijtbaar tekortschieten bij het opmaken van een testament of huwelijkse voorwaarden dat hij daardoor een onrechtmatige daad of enig strafbaar feit begaat? Zo ja, kent u voorbeelden van rechterlijke uitspraken op dit vlak? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Een voorbeeld van een uitspraak waarmee een notaris is veroordeeld op grond van onrechtmatige daad is de uitspraak van de Hoge Raad van 20 januari 1989 (NJ 1989, 766). De notaris had in deze zaak gezien de omstandigheden van de zaak de echtgenoot beter moeten informeren over de financiële risico’s van de voorgenomen rechtshandeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 28 september 1990 (NJ 1991, 473) uitgemaakt dat bij de beoordeling van de aansprakelijkheid van een notaris uit hoofde van zijn taak bij het verlijden van een akte uitgangspunt dient te zijn dat op hem in zijn hoedanigheid een zwaarwegende zorgplicht rust ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen die zijn beoogd met de in de akte opgenomen rechtshandelingen. Dit betekent bijvoorbeeld voor het opmaken van een testament dat het testament in overeenstemming moet zijn met de wil van de erflater. Een voorbeeld van een uitspraak waarin de rechter oordeelde dat de notaris een testament had opgesteld dat niet overeenstemde met de wil van de erflater is de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 21 november 2012 (ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4583).

Een uitspraak waarbij een notaris strafrechtelijk is veroordeeld voor verwijtbaar tekortschieten bij het opmaken van een testament of huwelijkse voorwaarden, is mij niet bekend.

Vraag 6

Kan een notaris in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme of andere wet- of regelgeving anoniem melding doen van ongebruikelijke transacties? Zo nee, waarom niet? Acht u het wenselijk dat er voor juridische beroepsgroepen zoals notarissen een mogelijkheid of plicht wordt gecreëerd voor het doen van dergelijke meldingen? Hoe gaat u dit bewerkstelligen als dat wenselijk is?

Antwoord 6

In juni 2013 heeft de Financial Action Task Force (FATF) een «typologies» studie aangenomen waarin wordt vastgesteld dat advocaten en notarissen in de uitvoering van hun werkzaamheden kwetsbaar zijn voor criminelen die van hun diensten gebruik willen maken ten behoeve van het witwassen van crimineel vermogen. Notarissen, advocaten en andere juridische dienstverleners hebben op grond van artikel 1 WWFT de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden aan de FIU Nederland. De melding geschiedt niet op basis van anonimiteit, maar is voor de desbetreffende beroepsbeoefenaar met afdoende waarborgen – onder andere op het punt van de civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid – omkleed. Ongebruikelijke transacties die verdacht zijn verklaard kunnen gebruikt worden in opsporingsonderzoeken. In het geval dat in een opsporingsonderzoek gebruik gemaakt wordt van een verdachte transactie zal die transactie uiteindelijk in een proces-verbaal en in een strafdossier opgenomen worden en kan de verdachte daarvan kennisnemen.

De meldplicht van artikel 16 WWFT is de nationale vertaling van de 2e en 3e Europese anti-witwasrichtlijnen. Een anonieme melding is niet normconform de vereisten van artikel 16 WWFT. Anoniem melden is daarnaast onwenselijk omdat de meldende instelling dan geen strafrechtelijke vrijwaring verkrijgt zoals beschreven in artikel 19 WWFT. Daarnaast kan een anonieme melder geen beroep doen op de civielrechtelijke vrijwaring zoals beschreven in artikel 20 WWFT.

Naar boven