Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de rechtmatigheid van Amerikaanse targeted killings in Pakistan en Jemen (ingezonden 31 oktober 2013).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 november 2013).

Vraag 1

Bent u bekend met de inhoud van de recent verschenen rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch over een aantal specifieke Amerikaanse targeted killings, voornamelijk met onbemande vliegtuigen (drones), in respectievelijk Pakistan en Jemen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Deelt u de conclusie van Amnesty International dat de negen onderzochte drone aanvallen «raise serious concerns that the USA has unlawfully killed people in drone strikes, and that such killings may amount in some cases to extrajudicial executions or war crimes and other violations of international humanitarian law»? Indien neen, waarom niet?

Deelt u de conclusie van Human Rights Watch dat van de zes onderzochte targeted killings «two (…) were in clear violation of international humanitarian law – the laws of war – because they struck only civilians or used indiscriminate weapons» en dat de andere aanvallen «may have violated the laws of war because the individual attacked was not a lawful military target or the attack caused disproportionate civilian harm»? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 2 en 3

Het kabinet deelt deze zorgen maar kan niet vooruitlopen op een juridische kwalificatie hiervan. Voor een gefundeerd oordeel over de rechtmatigheid van aanvallen is specifieke feitelijke informatie nodig over de betreffende operaties. Bovengenoemde rapporten onderstrepen evenwel het belang van transparantie over de inzet van drones. Het kabinet is van mening dat waar er aanwijzingen zijn voor onrechtmatig handelen, betrokken autoriteiten verantwoordelijk zijn voor gedegen nader onderzoek naar de specifieke feiten en omstandigheden en, afhankelijk van de uitkomst, voor het nemen van gepaste maatregelen.

Vraag 4

Erkent u dat tenminste één van de honderden Amerikaanse drone aanvallen – die soms waren gericht op begrafenisstoeten, op reddingswerkers of op mensen waarvan men de identiteit niet kende en waarbij geregeld veel burgers zijn omgekomen – het internationaal recht heeft geschonden?2 Indien neen, waarom niet?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vragen 2 en 3. In algemene zin geldt dat directe aanvallen op door het humanitair oorlogsrecht beschermde personen verboden zijn. Daarnaast bevatten mensenrechtenverdragen een verbod op buitengerechtelijke executies.

Vraag 5

Bent u het eens met de aanbeveling in het rapport van Amnesty International dat andere staten, waaronder Nederland, de Verenigde Staten geen medewerking moeten verlenen bij drone aanvallen die in strijd zijn met het internationaal recht? Hoe wordt in de praktijk voorkomen dat Nederland een bijdrage levert aan illegale Amerikaanse targeted killings?

Antwoord 5

Het kabinet zal een eventueel verzoek van de VS om informatie of een bijdrage in andere zin niet inwilligen, als er aanwijzingen zijn dat medewerking zou leiden tot een handeling in strijd met het internationaal recht.


X Noot
1

«Will I be next?», US drone strikes in Pakistan, oktober 2013, http://www.amnestyusa.org/sites/default/files/asa330132013en.pdf & «Between a drone and Al-Qaeda», The civilian cost of US targeted killings in Yemen, oktober 2013, http://www.hrw.org/sites/default/files/reports/yemen1013_ForUpload_0.pdf .

Naar boven