Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een politie-inval naar aanleiding van een WhatsApp-bericht (ingezonden 11 oktober 2013).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 november 2013). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 438.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Privacy in 2013: Politie aan de deur na WhatsApp-bericht»?1

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de politie een inval heeft gedaan naar aanleiding van een verkeerd geïnterpreteerd bericht op WhatsApp? Zo ja, wat is uw beoordeling hiervan?

Antwoord op vraag 2

Nee. In een persbericht heeft de politie toegelicht dat betrokkene is aangesproken naar aanleiding van een tip dat hij mogelijk iets van plan zou zijn met een bom.2

Vraag 3

Is het gebruikelijk dat berichten op WhatsApp afgetapt en gemonitord worden? Gebeurt dit incidenteel of structureel?

Antwoord op vraag 3

WhatsApp is een communicatievorm via internet. Sinds een aantal jaren is het mogelijk om een internettap in te zetten als opsporingsmiddel in een strafzaak. Via een internettap kan onder andere het dataverkeer via een mobiele telefoon worden opgenomen, zodat zicht kan worden verkregen op alle datacommunicatie van een verdachte. De totaalcijfers maak ik jaarlijks aan uw Kamer bekend. Per brief van 17 juli 20133 bent u hierover voor het laatst geïnformeerd.

Vraag 4

Wordt er toestemming gevraagd voordat berichten op WhatsApp afgetapt worden? Zo ja, wie heeft beslissingsbevoegdheid om toestemming te geven?

Vraag 5

Op basis van welke criteria wordt besloten of WhatsApp-berichten worden afgetapt?

Antwoord op vragen 4 en 5

De wettelijke grondslag voor het opnemen van communicatie en het vorderen van gegevens is gelegen in de artikelen 126m en 126n van het Wetboek van Strafvordering. Het opnemen van communicatie gebeurt uitsluitend op bevel van de officier van justitie met een voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris. Deze bevoegdheid kan worden uitgeoefend in geval van een verdenking van een ernstig misdrijf en nadat deze inzet is getoetst aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.

Vraag 6

Wordt er achteraf verantwoording afgelegd over het aftappen van WhatsApp-berichten? Zo ja, in welke vorm en aan wie?

Antwoord op vraag 6

Van de toepassing van bijzondere opsporingsbevoegdheden wordt door de opsporingsambtenaar een proces-verbaal opgemaakt dat deel uitmaakt van het procesdossier dat aan alle procespartijen toekomt. Verder geldt de notificatieplicht uit artikel 126bb van het Wetboek van Strafvordering.

Naar boven