Vragen van het lid De Liefde (VVD) aan de Minister van Economische Zaken over misleidende kortingen bij elektronicawinkels (ingezonden 18 oktober 2013).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 13 november 2013)

Vraag 1

Kent u het nieuwsbericht «Pas op voor misleidende korting bij elektronicawinkel»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat kortingen op prijskaartjes in elektronicawinkels, en op internet, regelmatig misleidend zijn vanwege onder andere te hoog voorgespiegelde eerdere prijzen waarnaar wordt verwezen en vanwege onjuiste kwalificaties als «laatste exemplaar»?

Antwoord 2

Ik wil voorop stellen dat het ondernemers vrij staat om zelf hun prijzen te bepalen. Consumenten mogen echter niet misleid worden, waardoor ze een koopbeslissing nemen die ze wellicht niet zouden nemen als ze wel over volledige en juiste informatie beschikten. Ik heb geen zicht op welke schaal ondernemers consumenten onjuist informeren over kortingen. Dit vergt regelmatige prijsvergelijkingen. Wanneer consumenten menen dat sprake is van misleidende kortingen, kunnen zij hiervan melding maken bij het informatieloket ConsuWijzer van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Voor de ACM vormen de meldingen bij ConsuWijzer een belangrijke bron van signalen over mogelijke misstanden op de markt. Er zijn dit jaar tot nu toe zes meldingen binnengekomen over misleidende kortingen bij elektronicawinkels.2

Vraag 3, 4 en 5

Wat vindt u van dergelijke misleiding? Is die misleiding in strijd met wettelijke bepalingen?

Goede marktwerking vereist een transparante markt waarin kopers beschikken over juiste prijs- en productinformatie; in hoeverre verstoren misleidende prijskortingen de elektronicamarkt?

Welke middelen heeft u om dergelijke misleiding tegen te gaan? Bent u bereid om met de sector in gesprek te gaan om te komen tot spelregels om misleiding tegen te gaan?

Antwoord 3, 4 en 5

Ik keur iedere vorm van misleiding af. Ik vind het belangrijk dat consumenten op basis van volledige en juiste informatie hun koopbeslissing kunnen nemen. De regels over oneerlijke handelspraktijken (afdeling 3a van titel 3 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) gebieden handelaren om transparant en volledig te zijn in de informatieverstrekking over bijvoorbeeld de belangrijkste kenmerken, zoals de prijs, van een product of dienst. Ook is het handelaren op grond van deze wetgeving niet toegestaan om consumenten te misleiden over de prijs, het bestaan van een specifiek prijsvoordeel of door bedrieglijk te beweren dat een product slechts gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn waardoor ze onvoldoende tijd hebben om een geïnformeerd besluit te nemen. Consumenten dienen aan de hand van de verstrekte informatie in staat te worden gesteld om een weloverwogen aankoopbeslissing te nemen. Het is niet aan mij om te beoordelen of in dit specifieke geval sprake is van misleiding die in strijd is met wettelijke bepalingen. Dit is aan de ACM als toezichthouder op deze regels en uiteindelijk aan de rechter. Wel heb ik de ACM in kennis gesteld van de praktijken die in het krantenartikel worden beschreven en waaraan in vraag 1 wordt gerefereerd. Het is aan de ACM om te bepalen of zij naar aanleiding daarvan actie gaat nemen tegen de beschreven praktijken. De ACM heeft verschillende handhavingsinstrumenten tot haar beschikking. Zo kan zij overtreding van de regels over oneerlijke handelspraktijken sanctioneren met een boete van maximaal € 450.000 per overtreding. Er bestaat mijns inziens voldoende wetgeving die misleiding verbiedt en sanctioneert. Indien de ACM hiertoe aanleiding ziet, kan zij hierover met de sector in gesprek gaan.


X Noot
2

In totaal ontvangt ACM via ConsuWijzer circa 80.000 meldingen van consumenten.

Naar boven