Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de belofte van de Minister aan de Van Drie Group (ingezonden 17 oktober 2013).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken (ontvangen 8 november 2013)

Vraag 1

Kent u het bericht «Ploumen belooft Van Drie hulp bij export»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat de staatssecretaris van Economische Zaken heeft aangegeven dat er in het naleven van regelgeving en de kwaliteit van het toezicht op slachterijen en diertransporten onacceptabele knelpunten zijn?

Antwoord 2

Ja. Hiervoor verwijs ik u naar de brief van de Staatsecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer van 3 september jl. (26991–368).

Vraag 3

Bent u op de hoogte van het onderzoek dat momenteel loopt van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de risico’s voor de voedselveiligheid bij de productie en verwerking van en handel in vlees?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4, 5 en 6

Bent u ervan op de hoogte dat Ekro, onderdeel van de Van Drie Group, onderwerp van discussie is rond de misstanden in de vleesindustrie na de uitzending van Zembla over het wegspoelen van mestbezoedeling met water en het wegsnijden van ontdooid, groen en stinkend vlees?

Bent u van mening dat bovenstaande door keurmeesters gemelde misstanden een risico vormen voor de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet?

Hoe verhoudt uw directe belofte aan de Van Drie Group zich met de misstanden die er momenteel zijn in de handel en verwerking van vleesproducten?

Antwoord 4, 5 en 6

De Staatssecretaris van Economische Zaken is in haar brief van 10 september jl. (26991–369) aan de Tweede Kamer ingegaan op de vermeende misstanden met betrekking tot mestbezoedeling. De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft over de (herziening) van de EU-regelgeving heretikettering van vlees in het AO Toezicht NVWA op 11 september jl. toegezegd de Tweede Kamer te informeren via de Kamerbrieven Landbouwraad.

De Nederlandse agrosector loopt in het algemeen wereldwijd voorop met kwaliteitsproducten, waarbij dierenwelzijn en voedselveiligheid hoog in het vaandel staan. Mijn taak is het om handelsbarrières op buitenlandse markten voor het Nederlands bedrijfsleven weg te halen, juist nu, tijdens de economische crisis. Bijvoorbeeld in de TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) onderhandelingen. Wat betreft vleesproducten specifiek: de Staatssecretaris van Economische Zaken heeft meerdere maatregelen getroffen om het toezicht van de NVWA te versterken, daarvoor verwijs ik u naar de hierboven genoemde brieven van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer.

Vraag 7

Bent u van mening dat het ethisch verantwoord is om vleesproducten met een mogelijk risico voor de volksgezondheid te promoten in het buitenland?

Antwoord 7

Ik verwijs u voor een antwoord op de vraag naar de risico’s voor de volksgezondheid naar mijn antwoord op de vragen 4 tot en met 6 en de eerder genoemde brieven van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Kamer.

Vraag 8

Bent u bereid uw uitspraak «Met bedrijven als de Van Drie Group lopen we internationaal voorop»te nuanceren gelet op het feit dat het hier vooralsnog om een bedrijf gaat waarvan het beleid ter discussie staat? Zo nee, hoe verhoudt uw uitspraak zich tot de recente vleesschandalen?

Antwoord 8

Nee, ik handhaaf mijn uitspraak.

Voor zover mij bekend, loopt de Van Drie Group internationaal voorop met geavanceerde technieken om de traceerbaarheid van het product te realiseren.

Verder verwijs ik u naar mijn antwoord op de vragen 4 tot en met 6.

Vraag 9

Hoe rechtvaardigt u de door u getoonde bereidheid om hulp te verlenen bij het openen van de markt, nu er volgens de Staatssecretaris van Economische Zaken onvoldoende sprake is van een goede borging van de integriteit en veiligheid van voedsel in slachterijen en diertransporten? Acht u het verstandig om relaties met landen als Japan, de Verenigde Staten en Turkije op het spel te zetten nu Nederland te kampen heeft met vleesschandalen die met een falende Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) aantoonbaar nog niet kunnen worden aangepakt?

Antwoord 9

De vleessector is een belangrijke sector van de Nederlandse economie. Daarom is het van belang om de exportpositie van deze sector te handhaven en zo mogelijk te versterken. Voorwaarde daarvoor is dat integriteit en veiligheid zoveel mogelijk gewaarborgd zijn. De Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben maatregelen genomen om het toezicht van de NVWA te versterken (hiervoor verwijs ik u naar eerdergenoemde brieven van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer), en hebben samen met bedrijfsleven een «Taskforce Voedselvertrouwen» opgericht. Deze Taskforce is bezig met verbeteringen in de vlees- en zuivelsector, onder andere op het gebied van traceerbaarheid, waardoor fraude zoveel mogelijk moet worden voorkomen en de voedselveiligheid verder wordt verbeterd. De Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben toegezegd de Tweede Kamer eind 2013 te informeren over de voortgang en de resultaten van deze Taskforce. Ook heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) verzocht onderzoek te doen naar risico’s voor voedselveiligheid bij productie en verwerking van en handel in vlees. Het rapport wordt in februari 2014 verwacht. Ik kan niet vooruitlopen op conclusies hiervan.

Het Kabinet hecht eraan dat Nederlandse exportsectoren, waaronder de landbouwsector, voldoende toegang hebben tot buitenlandse markten. In het huidig economische tijdsperk zie ik dat diverse landen in toenemende mate de neiging hebben hun markten te sluiten voor importen. Zo zijn er op dit moment nog diverse landen (waaronder de VS) die hun markten, tegen de internationale afspraken in, gesloten houden voor Nederlands kalfs- en rundvlees. Gelukkig begint dit langzaam te veranderen, dankzij extra inzet hierop door het kabinet. Zo heeft afgelopen februari Japan de markt geopend voor Nederlands kalfs- en rundvlees, dankzij uitgebreide economische diplomatie. Japan kent echter nog wel hoge invoerheffingen op deze producten. Nu de Europese Unie met Japan over een vrijhandelsakkoord onderhandelt, zal ik in Europa er zeker voor pleiten dat deze invoerheffingen worden afgeschaft. Ik deel uw visie niet dat hiermee de relaties met genoemde landen op het spel worden gezet.

Naar boven