Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanpak van horizontale fraude en het collectief verhalen van schade (ingezonden 11 oktober 2013).

Mededeling van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 5 november 2013)

Vraag 1

Wat is uw reactie op de opmerking van voormalig fraudeofficier Fred Speijers dat slachtoffers van fraude er niet op moeten rekenen dat politie en justitie iets voor hen doen, en dat bedrijven die het slachtoffer van fraude zijn hun krachten moeten bundelen en als collectief achter het geld aan moeten gaan?1

Vraag 2

Hoe ziet u de rol van politie en justitie als het gaat om horizontale fraude, fraude gericht tegen burgers en bedrijven? Is het waar dat politie en justitie meer aandacht hebben voor verticale fraude, waarbij de overheid benadeeld wordt, zoals bij sociale zekerheidsfraude?2

Vraag 3

Op grond waarvan worden deze prioriteiten bepaald? Wat vindt u er van dat het gevolg van de (op zichzelf terechte) aandacht voor verticale fraude is dat bedrijven en burgers die het slachtoffer worden van fraude in de kou staan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de mogelijkheden een collectief te vormen in een civiele procedure teneinde schade te verhalen moeten worden verruimd? Zo niet, waarom niet?

Vraag 5

Wat vindt u van het idee dat de overheid de juridische kosten voor zou kunnen financieren, omdat het mede in het belang van de overheid is dat fraudeurs worden aangesproken, zo mogelijk via civiele en strafrechtelijke procedures?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de aanpak van horizontale fraude en het collectief verhalen van schade (ingezonden 11 oktober 2013) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven