Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het vijfde actieprogramma Nitraatrichtlijn (ingezonden 7 oktober 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) (ontvangen 1 november 2013)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Mestruimte kleiner door afschaffen correctiefactor»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In de bijlage met het overzicht van maatregelen van de brief van 10 september 2013 (Kamerstuk 33 037, nr. 74) staat als laatste punt dat de excretiefactoren 100 procent gaan worden ingerekend in plaats van de 95 procent marge die gebruikelijk was; waarom wordt er afgestapt van de 95 procent marge?

Antwoord 2

Deze marge is in het verleden ingevoerd om te voorkomen dat boeren die met de excretie van hun dieren onder het gemiddelde zitten, het risico lopen er juridisch op aangesproken te worden dat zij te weinig mest zouden afvoeren. Door het hanteren van deze marge wordt de mestproductie van de veehouders met een gemiddelde of bovengemiddelde excretie echter onderschat, waardoor zij in feite te weinig mest af hoeven te voeren. Dat geldt ook voor veehouders die hun excretie nauwkeurig berekenen met Bex (Bedrijfsspecifieke excretie). Dat brengt het risico met zich mee dat zij op hun eigen land overmatig bemesten.

Vraag 3

Geldt deze 100 procent inrekening voor alle Europese lidstaten?

Antwoord 3

Mij is niet bekend dat enige andere lidstaat minder dan 100 procent inrekent.

Vraag 4

Wat gaat deze maatregel betekenen voor individuele Nederlandse boeren?

Antwoord 4

Veehouders zullen de mest die zij binnen de gebruiksnormen niet op eigen grond kunnen plaatsen, volledig moeten afvoeren.

Vraag 5

Worden de standaardforfaits voor excretie per dier en per vierkante meter aangepast, zodat boeren gebruik kunnen maken van de maatregelen uit het voersporenconvenant? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het gaat hier om de excretieforfaits zoals die worden uitgedrukt in kilogrammen stikstof of fosfaat per dier. De correctiefactor van 95 procent die hiervoor gehanteerd wordt, wordt per 1 januari 2014 aangepast naar 100 procent. Daarnaast worden de forfaits geactualiseerd. Mogelijke aanpassingen die daaruit voortvloeien worden waarschijnlijk per 1 januari 2015 doorgevoerd. Het staat in de tussentijd een ieder vrij om in het kader van de vrije bewijsleer aan te tonen dat in specifieke situaties gerechtvaardigd is om van de forfaits af te wijken.

Vraag 6

Gaat de aanpassing van het standaardforfait in met terugwerkende kracht?

Antwoord 6

Nee.


X Noot
1

De Boerderij van 3 oktober 2013

Naar boven