Vragen van de leden Ten Broeke, Van Oosten en Van der Steur (allen VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over de civiele aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden bij militaire uitzendingen (ingezonden 23 september 2013).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Defensie (ontvangen 28 oktober 2013).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraken van de Hoge Raad van 6 september 2013?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hebben deze uitspraken gevolgen voor de civiele aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden bij toekomstige militaire uitzendingen? Zo ja, welke? Hoe oordeelt u over deze gevolgen?

Antwoord 2

De arresten van de Hoge Raad van 6 september jl. berusten op de feiten en omstandigheden zoals die door het Gerechtshof Den Haag zijn vastgesteld. Deze feiten en omstandigheden zagen op de specifieke situatie die zich destijds in Srebrenica heeft voorgedaan. Bij toekomstige militaire uitzendingen zullen andere feiten en omstandigheden aan de orde zijn. Het is dan ook niet mogelijk op voorhand uitspraken te doen over de eventuele aansprakelijkheid van de Staat bij toekomstige uitzendingen.

Vraag 3

Hebben deze uitspraken gevolgen voor de wijze waarop gewerkt kan worden met lokaal burgerpersoneel in conflictgebieden bij toekomstige militaire uitzendingen? Zo ja, welke? Hoe oordeelt u over deze gevolgen?

Antwoord 3

De arresten geven geen aanleiding om de huidige werkwijze ten aanzien van lokaal burgerpersoneel bij toekomstige militaire uitzendingen aan te passen.

Vraag 4

Hebben deze uitspraken gevolgen voor de commandostructuur in noodsituaties tijdens bij toekomstige militaire uitzendingen? Zo ja, welke? Hoe oordeelt u over deze gevolgen?

Antwoord 4

De arresten hebben geen gevolgen voor de commandostructuur bij toekomstige militaire uitzendingen. De lessons learned van eerdere missies hebben geleid tot aanpassingen van de wijze van uitvoering van missies. De Commandant der Strijdkrachten behoudt te allen tijde Full Command over alle uitgezonden Nederlandse militairen en wijst een officier aan die namens hem in het inzetgebied kan optreden. Op deze manier kan Nederland in noodsituaties ingrijpen.

Vraag 5

Hebben deze uitspraken gevolgen voor het toetsingskader dat tot stand is gekomen na het parlementair onderzoek van de Tijdelijke Commissie Besluitvorming Uitzendingen (Commissie Bakker)? Moet de eventuele civiele aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden worden meegewogen in dit toetsingskader?

Antwoord 5

Deze arresten hebben geen gevolgen voor het toetsingskader. Het toetsingskader is ontworpen – en sindsdien twee keer aangepast – ter structurering van de gedachtewisseling met het Parlement over deelname van Nederlandse militaire eenheden aan internationale militaire operaties waartoe het kabinet heeft besloten. De inrichting en afbakening van verantwoordelijkheden van een missie maken hiervan onderdeel uit.

Vraag 6

In welke overige landen is sprake van civiele aansprakelijkheid voor het land dat troepen onder VN-vlag uitzendt, analoog aan wat de Hoge Raad nu voor de Nederlandse Staat heeft geoordeeld?

Antwoord 6

Het kabinet is geen rechterlijke uitspraken bekend in andere landen betreffende aansprakelijkheid van het land dat troepen onder VN-vlag uitzendt, analoog aan het arrest van de Hoge Raad van 6 september jl. Voor de Belgische rechter is een civiele procedure aanhangig tegen de Belgische Staat en drie Belgische militairen betreffende de Belgische deelname aan de VN vredesoperatie in Rwanda. In deze zaak heeft de rechter nog geen einduitspraak gedaan.

Vraag 7

Is het mogelijk de civiele aansprakelijkheid van de Staat der Nederlanden bij toekomstige militaire uitzendingen uit te sluiten? Zo ja, hoe? Bent u van plan dat te doen?

Antwoord 7

Nee.


X Noot
1

Uitspraken 12/03324 en 12/03329

Naar boven