Vragen van de leden Bontes en Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de onbeheersbare georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg (ingezonden 16 juli 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2675

Vraag 1

Kent u het bericht «Misdaad piekt in Brabant, Limburg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat in Noord-Brabant en Limburg enkele van de grootste wietproducenten en producenten van synthetische drugs ter wereld zich bevinden?

Antwoord 2

In Noord-Brabant en Limburg bevinden zich grote producenten van wiet en synthetische drugs. Kijkende naar een aantal rapporten dat onder meer de ontwikkelingen in productie van verschillende soorten drugs in de wereld beschrijft2, kan niet gezegd worden dat Nederland de grootste producent ter wereld van beide soorten drugs is.

Vraag 3

Klopt het dat er in Noord-Brabant en Limburg met de georganiseerde criminaliteit miljarden worden verdiend? Klopt het dat er alleen al in de regio Tilburg dagelijks liefst 2.500 mensen actief zijn in de wietteelt? Klopt het dat enkele topcriminelen in Noord-Brabant en Limburg de status van miljardair hebben bereikt?

Antwoord 3

In de ondermijnende en georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg gaat zeer veel geld om. Het gaat om een illegale markt, hetgeen per definitie met zich meebrengt dat precieze gegevens met betrekking tot de verdiensten niet te geven zijn; hooguit beredeneerde schattingen. Van een dergelijke beredeneerde schatting wordt tevens melding gemaakt in het NOS-bericht «Misdaad piekt in Brabant, Limburg». In dit bericht wordt verwezen naar een onderzoek dat is uitgevoerd door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zeeland-West-Brabant en Oost-Brabant, het Integraal Afpakteam Brabant en Tilburg University.

Vraag 4

Klopt het dat een oud-wethouder als adviseur optreedt voor de betrokkenen bij de xtc-productie? Klopt het dat een broer van een huidige wethouder nauwe banden onderhoudt met deze criminelen? Klopt het dat politieagenten worden omgekocht? Klopt het dat burgemeesters door criminelen worden bedreigd? Klopt het dat in steeds grotere mate onderwereldfiguren via stromannen, soms oud-politici, greep proberen te krijgen op de bovenwereld? Kunt u cijfers verstrekken aangaande het aantal omgekochte agenten en corrupte (oud-)politici?

Antwoord 4

Het Openbaar Ministerie heeft mij bericht dat het geen mededelingen doet over eventuele bedreigingen van openbaar bestuurders. Het bedreigen van openbaar bestuurders is volstrekt onaanvaardbaar en kan altijd rekenen op een stevige aanpak. Het OM kan niet ingaan op concrete gevallen, noch informatie geven over – geruchten ter zake – vermeend strafbaar handelen van (oud)wethouders, familieleden hiervan, politici of politieagenten.

Vraag 5

Klopt het dat recent de top van het Openbaar Ministerie en de politie bijeen zijn geweest in het kader van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant en Limburg? Wat zijn de uitkomsten van die ontmoeting? Op welk wijze gaat u de georganiseerde misdaad bestrijden? Deelt u de mening dat het de hoogste tijd is voor een «Nationaal Coordinator Bestrijding Georganiseerde Misdaad»? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Er is een bijeenkomst geweest over de aanpak van georganiseerde criminaliteit in Zuid-Nederland. Het OM en de politie hebben verontrustende signalen over de (ontwikkeling van de) ondermijnende en georganiseerde criminaliteit aldaar. Ook vanuit het openbaar bestuur uit die regio's zijn hierover grote zorgen. Het bevoegd gezag in Zuid-Nederland heeft dan ook besloten om per 1 oktober 2014, binnen de bestaande sterkte, meer politiecapaciteit in te gaan zetten op de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit.

Zoals ik in mijn brief van 4 september 2014 aan uw Kamer aangeef, wordt bij deze intensivering aangesloten op de regionale structuur en strategie bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Dat betekent dat de intensivering in Brabant en Zeeland vorm krijgt via de TaskForce BZ en in Limburg via het RIEC.

De keuze voor een regionale structuur voor de aanpak is een hele bewuste: op die manier kan het beste worden aangesloten bij de regionale en lokale problematiek. De problematiek is immers niet in iedere regio hetzelfde en is het leveren van maatwerk een voorwaarde voor een effectieve aanpak. Sturing op die samenwerking door het (lokale) gezag is daarbij cruciaal. In aanvulling hierop is de landelijke aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit (die regio overstijgend is) belegd bij het Landelijk Parket, het Functioneel Parket en de Landelijk Eenheid van de Nationale Politie. Deze werken ook nauw samen met andere partners zoals gemeenten en de Belastingdienst. Ik kan, gelet op het vorenstaande, niet anders dan concluderen dat bovenop hetgeen al is ingericht en plaatsvindt, de suggestie van een nationaal coördinator misdaadbestrijding geen toegevoegde waarde heeft.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Recourt, Rebel en Fokke (allen PvdA), ingezonden 16 juli 2014 (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 3009)


X Noot
1

Nos.nl, 14 juli 2014

X Noot
2

O.a. World Drug Report 2014, UNODC en Global Synthetic Drugs Assessment, Amphetamine-type stimulants and new pysochoactive substances, UNODC 2014

Naar boven