Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het uitblijven van de rechtszaak tegen een parlementariër op Sint Maarten (ingezonden 22 augustus 2014).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 12 september 2014)

Vraag 1, 2, 3 en 4

Deelt u de opvatting dat het bijzonder slecht is voor het vertrouwen van mensen op Sint Maarten in de politiek dat de rechtszaak tegen parlementariër Patrick Illidge niet eerder zal starten dan na maart 2015?1

Deelt u de opvatting, dat een onderzoek naar een parlementariër dat al twee jaar duurt, bij mensen het oordeel bevestigt dat op Sint Maarten zaken tegen politici op de lange baan worden geschoven?

Vindt u dat de verdenkingen in deze zaak (het aannemen van 150.000 dollar smeergeld, het bevorderen van illegale prostitutie en illegaal wapenbezit) serieus genoeg zijn om haast te maken met deze zaak?

Klopt het dat andere politici, die bij de komende verkiezingen mogelijk verkozen worden, als (mede)verdachte in deze zaak zijn gehoord?

Antwoord 1, 2, 3 en 4

Het is niet aan mij als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om een oordeel te vellen over de termijn waarop strafzaken in Sint Maarten door het OM en het Gemeenschappelijk Hof worden afgedaan, hoe groot het belang van een tijdige afwikkeling ook mag zijn. Evenmin beschik ik over informatie over welke personen door het OM van Sint Maarten als verdachten worden gehoord.

Vraag 5

Kan Patrick Illidge na de verkiezingen gewoon gebruik maken van de riante wachtgeldregeling op Sint Maarten?

Antwoord 5

Een beslissing hierover is aan de daartoe bevoegde instantie in Sint Maarten.

Naar boven