Vragen van de leden Remco Dijkstra en Litjens (beiden VVD) aan de Minister van Infrastructuur
en Milieu over de toepassing van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
(Barro) in Druten (ingezonden 6 juni 2014).
Antwoord van Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu)
(ontvangen 12 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014,
nr. 2434
Vraag 1
Bent u bekend met het besluit van de Raad van State van 16 april inzake het bestemmingsplan
«Buitengebied, herziening Waalbandijk 155–173» van de gemeente Druten?1
Vraag 2
Bent u, gelet op het feit dat u met dit plan heeft ingestemd, van mening dat met dit
bestemmingsplan de waterveiligheid niet in het geding is?
Antwoord 2
Voor de bestaande activiteiten die op de betreffende locatie plaatsvinden zijn in
het verleden watervergunningen verleend door Rijkswaterstaat. Het gaat hier om vergunningen
die gebaseerd zijn op beoordelingen die zijn gemaakt voor de invoering van de Beleidslijn
ruimte voor de rivier (1996).
De extreme afvoeren van de Rijn en Maas in 1993 en 1995 waren aanleiding het beleid
ten aanzien van behoud van de afvoer- en bergingscapaciteit van grote rivieren aan
te scherpen met de Beleidslijn ruimte voor de rivier. Die beleidslijn is in 2006 herzien
o.a. om, binnen de randvoorwaarden die veiligheid stelt, meer mogelijkheden voor ruimtelijke
ontwikkelingen te bieden (Beleidslijn grote rivieren, BGR). De beleidslijn heeft als
doel de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed van de grote rivieren
te behouden en ontwikkelingen tegen te gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming
door verbreding en verlaging belemmeren.
Vergunningverlening voor activiteiten in het rivierbed vindt plaats op grond van de
Waterwet. De ruimtelijke regelgeving op grond van de BGR is neergelegd in het Besluit
algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), met regels die doorwerken in bestemmingsplannen
van gemeenten. De Raad van State heeft het betreffende bestemmingsplan beoordeeld
en is tot de conclusie gekomen dat het bestemmingsplan in strijd is met het Barro.
Vraag 3
Bent u van mening dat opslag van materiaal op hoogwatervrije terreinen geen bedreiging
voor de waterveiligheid inhoudt?
Antwoord 3
Binnen de randvoorwaarden die de waterveiligheid stelt, biedt het Barro mogelijkheden
voor ruimtelijke ontwikkelingen met het oog op het behoud van de ruimtelijke kwaliteit
van het rivierbed. Indien een activiteit aan de bepalingen van het Barro voldoet dan
vormt het geen bedreiging voor de waterveiligheid en kan de activiteit in een bestemmingsplan
mogelijk worden gemaakt.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) hier
niet alleen onbedoeld de ontwikkeling van een bedrijf belemmert, maar tevens het transport
over water frustreert?
Antwoord 4
Het ruimtelijke beleid zoals dat is vastgelegd in de SVIR is gericht op versterking
van de economie en het vergroten van de bereikbaarheid, maar ook op het waarborgen
van een veilige en leefbare leefomgeving van voldoende kwaliteit. Ik hecht belang
aan het bieden van ruimte voor ontwikkelingen, echter binnen randvoorwaarden zoals
onder meer van waterveiligheid. Zoals aangegeven in het antwoord bij vraag 2 zijn
de regels in het Barro op dit punt erop gericht om ontwikkelingen tegen te gaan die
de afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed kunnen verminderen en daarmee het
risico op overstromingen kunnen vergroten. Ik deel deze mening derhalve niet.
Vraag 5
Bent u bereid het Barro op de kortst mogelijke termijn zo aan te passen dat activiteiten
met een watergebonden karakter zoals opslag op hoogwatervrije terreinen mogelijk worden
gemaakt?
Antwoord 5
In het antwoord op de voorgaande vragen heb ik aangegeven dat het Barro, binnen de
randvoorwaarden van waterveiligheid, ontwikkelingen mogelijk maakt voor wonen, werken,
natuurontwikkeling en recreëren in het rivierbed.
Ik zie dan ook geen aanleiding om het beleid hieromtrent en derhalve het Barro te
wijzigen.
Vraag 6
Bent u bereid om de mogelijkheid te onderzoeken om in dit specifieke geval ontheffing
van het Barro te verlenen? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik heb op 10 juni jl. een verzoek van de gemeente Druten ontvangen tot verlenen van
een ontheffing en zal hierin een zorgvuldige afweging maken.