Vragen van de leden Helder en Bosma (beiden PVV) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over stappen van het Openbaar Ministerie tegen GeenStijl (ingezonden 22 augustus 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 12 september 2014)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Strafrechtelijk onderzoek naar foto’s op website GeenStijl.nl»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Acht u het ook opvallend dat «Dood aan de Joden» tot weinig actie leidt bij de politiek en het bestuur, terwijl deze fotomontage van een regent met krijtstrepen wel onmiddellijk tot actie leidt?

Antwoord 2

Iedere zaak wordt door het Openbaar Ministerie op zijn eigen merites beoordeeld. Voor beide genoemde zaken heeft het OM bezien of er aanleiding was om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Er is dus geen sprake van dat de ene zaak niet tot actie heeft geleid en de andere wel.

Vraag 3

Is de vrijheid van meningsuiting wel in goede handen bij dit kabinet?

Antwoord 3

Jazeker. Overigens is de vrijheid van meningsuiting niet absoluut. Vandaar dat het OM is nagegaan of hier strafrechtelijke grenzen waren overschreden. Dat bleek niet het geval.

Naar boven