Antwoord 2
Cameron wil dat EU-burgers die zich in Groot-Brittannië vestigen en geen duidelijk
vooruitzicht hebben op een baan maximaal drie maanden gebruik kunnen maken van Britse
uitkeringen, in plaats van de huidige zes maanden. Hij heeft hierbij – blijkens een
artikel in the Daily Telegraph van 29 juli 2014 – het oog op jobseeker’s allowance
(een met bijstand vergelijkbare werkloosheidsuitkering) en child benefit (kinderbijslag).
In het Verenigd Koninkrijk hebben werkzoekenden (jobseekers) recht op een met bijstand
vergelijkbare uitkering. In Nederland geldt voor werkzoekenden dat zij geen recht
krijgen op bijstand. Doordat een EU-burger die geen eigen bestaansmiddelen heeft en
als werkzoekende naar Nederland komt, hier geen recht heeft op een bijstandsuitkering,
kan halvering van de periode van de bijstandsuitkering in dat geval niet aan de orde
zijn.
Voorts geldt dat EU-burgers die zich in Nederland vestigen en geen duidelijk vooruitzicht
hebben op een baan niet meteen recht hebben op een bijstands-, werkloosheidsuitkering
of op kinderbijslag.
Een EU-burger die naar Nederland is gekomen en hier werk heeft (werknemer is), behoudt
onder bepaalde omstandigheden de status van werknemer, ook als hij werkloos wordt.
Voor werkloze werknemers zijn de lidstaten gebonden aan de bepaling in de Richtlijn
Vrij verkeer van personen (artikel 7, derde lid, onder c, van de Richtlijn 2004/38/EG)
dat om in een andere lidstaat te verblijven voor een periode langer dan drie maanden:
-
• hij zich bevindt zich in een toestand van naar behoren vastgestelde onvrijwillige
werkloosheid
-
• na afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor minder dan één jaar of hij is
in de eerste twaalf maanden onvrijwillig werkloos geworden en
-
• heeft zich als werkzoekende bij de bevoegde dienst voor arbeidsvoorziening ingeschreven.
In dat geval blijft de status van werknemer, en daarmee recht op bijstand, ten minste
zes maanden behouden. Deze termijn is vastgelegd in de Richtlijn Vrij verkeer van
personen.
Een EU-burger die naar Nederland komt en geen vooruitzicht heeft op een baan kan niet
meteen zonder meer in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de Werkloosheidswet.
Hij zal in ieder geval in Nederland gewerkt moeten hebben. Als een EU-burger nog niet
in Nederland heeft gewerkt, heeft hij geen recht op een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet.
Ook bij het recht op kinderbijslag is het van belang een onderscheid te maken tussen
de situatie dat iemand in Nederland als werknemer komt werken en de situatie dat iemand
hier werk komt zoeken. Als iemand naar Nederland komt en hier als werknemer gaat werken,
is hij verzekerd voor de volksverzekeringen en voor de werknemersverzekeringen.
Als iemand naar Nederland komt en hier niet als werknemer gaat werken maar werk zoekt,
heeft hij slechts recht op kinderbijslag als hij ingezetene is in Nederland. Om ingezetene
te zijn moet hij in Nederland wonen, dat wil zeggen dat het middelpunt van zijn maatschappelijk
leven zich in Nederland moet bevinden. Of dat het geval is, dient beoordeeld te worden
aan de hand van alle omstandigheden van het geval. De intentie van betrokkene is daarbij
niet doorslaggevend. Als er sprake is van wonen in Nederland heeft de betrokkene recht
op kinderbijslag en deze uitkering kan niet beperkt worden. Betrokkene moet op grond
van de coördinatieverordening 883/2004 namelijk gelijk behandeld worden als de andere
ingezetenen in Nederland.
Iemand die naar Nederland komt en geen vooruitzicht heeft op een baan hoeft dus niet
meteen – zoals dat in Groot-Brittannië wel het geval is – zonder meer in aanmerking
te komen voor kinderbijslag. Er zal sprake moeten zijn van wonen in Nederland of onderworpen
zijn aan belastingheffing.
Als een EU-burger eenmaal voldoet aan de voorwaarden in de wetgeving van een lidstaat
om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering of voor kinderbijslag, dient
hij gelijk behandeld te worden als een onderdaan van die lidstaat op grond van Verordening
(EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Onderscheid
binnen de uitkeringsvoorwaarden tussen migranten en Nederlanders is op grond van het
discriminatieverbod niet toegestaan.