Vragen van de leden Knops en Omtzigt (beiden CDA) en Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het gebruik van artikel 7d van de rijkswet Goedkeuring en bekendmaking van verdragen (ingezonden 30 juli 2014).

Nader antwoord van Minister Timmermans ( Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 september 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2723.

Vraag 1

Hoe vaak en wanneer heeft het kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog gebruik gemaakt van artikel 7d van de rijkswet Goedkeuring en bekendmaking van verdragen, dat stelt: «Tenzij een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet of tot zodanig afwijken noodzaken, is de goedkeuring niet vereist: [....] d. indien in buitengewone gevallen van dwingende aard het belang van het Koninkrijk het bepaald noodzakelijk maakt dat het verdrag een geheim of vertrouwelijk karakter draagt»?

Vraag 2

Kunt u de titels geven van deze verdragen en de tekst van deze verdragen ter vertrouwelijke inzage beschikbaar stellen?

Nader antwoord

Hierbij zend ik u zoals toegezegd in mijn antwoord op voornoemde kamervragen, ter vertrouwelijke kennisneming, een overzicht van de mededelingsbrieven overeenkomstig artikel 13, derde lid, van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Kopieën van deze mededelingsbrieven, die uw kamer in het verleden toegingen, zijn eveneens bijgevoegd.1


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven