Vragen van de leden Van Klaveren en Bontes (beiden Groep Bontes/Van Klaveren) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over een anti-Israëlische ambtenaar op het Ministerie van Veiligheid en Justitie (ingezonden 13 augustus 2014).

Antwoord van Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 3 september 2014).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «PvdA-ambtenaar: ISIS is complot van zionisten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de afschuw en grote zorg over de absurde en anti-Israëlische uitlatingen van de betreffende ambtenaar?

Antwoord 2

Ik deel de verontwaardiging en ik heb van de uitlatingen volledig afstand genomen.

Vraag 3

In hoeverre deelt u de mening dat een persoon die zulke denkbeelden uitdraagt en werkt als projectleider van het Nationaal Cyber Security Center, en dus ook met staatsgeheimen, een gevaar voor de staatsveiligheid kan zijn?

Antwoord 3

Betrokkene was werkzaam in een bedrijfsondersteunende functie. Deze functie valt buiten het operationele proces van het Nationaal Cyber Security Center (NCSC) en de inhoudelijke, mogelijk gevoelige, informatie die daar wordt verwerkt. Zij heeft ten behoeve van haar functie een veiligheidsonderzoek ondergaan, waarvan de uitkomst was dat er geen bezwaar was voor de vervulling van haar functie.

De gedane uitlatingen hebben geen directe betrekking op de inhoud van de werkzaamheden die betrokkene in haar functie heeft uitgevoerd en zijn haar persoonlijke denkbeelden. Omdat deze denkbeelden wel betrekking hebben op het werkterrein van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), is op 13 augustus 2014 haar detachering bij de NCTV per direct is beëindigd. Zij is met onmiddellijke ingang geschorst en haar is de toegang tot de gebouwen en het netwerk van het Ministerie van Veiligheid en Justitie ontzegd.

Vraag 4

Kunt u aangeven of er meer van dit soort anti-Israëlische complotdenkers werkzaam zijn op het Ministerie van Veiligheid en Justitie en in hoeverre deze figuren eveneens in aanraking komen met staatsgevoelige informatie?

Antwoord 4

In het geval er een vermoeden bestaat of bekend is dat een medewerker een risico kan vormen voor de belangen van het ministerie, wordt afhankelijk van het risico actie ondernomen om het risico weg te nemen, dan wel te beperken. Voor zover bekend, zijn er geen medewerkers die risico voor de belangen van het ministerie vormen.

Vraag 5

Welke maatregelen bent u van plan te nemen tegen de betreffende ambtenaar?

Antwoord 5

In dit stadium is betrokkene geïnformeerd over de voorgenomen rechtspositionele gevolgen. Omwille van een zorgvuldig besluitvormingsproces kan niet vooruit worden gelopen op de uitkomsten daarvan.

Naar boven